Samenvatting
Mensen met hartritmestoornissen hebben onregelmatigheden in de hartslag, soms met ritmes boven de 200. Bij schrijver Bert Overbeek piekten ze naar 230. Op dat moment stond het zweet op zijn voorhoofd, en had hij het benauwd. Wanneer hij een ritmestoornis had, was het maar het beste om rustig te gaan zitten. Concentreren op een boek of televisie- of radioprogramma was geen optie, werken nog minder en voortdurend tegen zijn omgeving praten over het fenomeen werd steeds ingewikkelder. Hij wilde geen zeurpiet lijken. Overbeek heeft het hele alternatieve circuit doorkruist om af te komen van zijn ritmestoornissen. Hij heeft eetpatronen aangepast, oorzaken opgespoord, methoden uitgeprobeerd die zouden helpen, internet geraadpleegd, maar uiteindelijk hielpen vooral de medicijnen. Hij haatte die medicijnen. Betablokkers maken je sloom en tijdelijk futloos. In dit boek heeft Overbeek zijn ervaringen in een verhaalvorm verwerkt. De lezer krijgt veel informatie over hartritmestoonissen, maar nergens wordt het saai. Overbeek wilde dit zware onderwerp met enige lichtheid behandelen. Met de nodige zelfspot omdat er ook iets te lachen moet blijven.