Samenvatting
De Tweede Wereldoorlog is voorbij, maar niet spoorloos verdwenen en wordt nog steeds herdacht, evenals de bevrijding van de Nederlanders uit de Japanse kampen in Nederlands-Indië. Onderwerp van deze novelle vormen de herinneringen van een Indisch kampkind uit Borneo, dat zich na jaren pas rekenschap geeft van zijn herinneringen over een oorlog die naar blijkt zijn leven blijvend heeft beïnvloed. Aanleiding hiertoe is een uitnodiging voor een reünie van kampgenoten. Aan de hand van - als visuele waarnemingen weergegeven - herinneringsbeelden wordt het onrustbarende onderzoeksproces beschreven naar de betekenis van herinneringen als verdichtsels en waarheid. Het beeld dat hieruit oprijst wijkt af van wat de canon over de kamptijd in Nederlands-Indië voorschrijft. Zo doemt de Japanse bewaker onverwacht op als beeld van de “goede moordenaar” van het kind zijn vader, maar ook als verstoorder van het afscheid van die vader. Dat onvoltooide afscheid blijkt een leven lang dat leven te hebben overschaduwd.