Fragment
‘Ga naar haar toe?’
Had hij toch even geslapen? Hoe lang het geduurd had wist hij niet. Hij wist opeens dat hij de spuit nog steeds niet terug gebracht had. Hij ging weer rechtop zitten. Hij haalde het platte, zacht leren foedraal uit zijn binnenzak. Hij keek ernaar en aaide er met zijn vingers bijna liefkozend over. Hij opende de flap zorgvuldig en pakte de lange blinkende zilveren injectiespuit. Hij schroefde de spuit langzaam en voorzichtig open en nam hem over in zijn linkerhand. Hij sloot zijn vingers rond de spuit als een vuist. Met een plotselinge vastberaden of wanhopige beweging stak hij de naald door zijn broek heen diep in zijn been en drukte de hele inhoud in de spier. Hij trok de spuit langzaam terug. Hij sloot de spuit en deed hem terug in het foedraal. Hij bewoog nu weer langzaam en weloverwogen, heel voorzichtig met precieze bewegingen.
‘Precies zo heb ik bij jou ook gedaan, lieverd, alleen wel veel zachter’, zei hij. Hij ging staan en wierp het foedraal zover hij kon in de vijver.
‘Die kan geen kwaad meer doen’, zei hij. Hij ging zitten en daarna languit achterover liggen. Tranen stroomden nu over zijn gezicht.
×