Fragment
......Plotseling een gestommel op de trap, rumoer op de gang, de verste deur gaat open. Enige mannen komen binnen. In hun midden ontdek ik Frits, zonder das, ongeschoren en bleek. Hij ziet mij nog niet. Kennelijk denkt hij in degene achter de tafel een nieuwe ondervrager te vinden. Zijn houding is gespannen in afwachting van het scherpe gevaarlijke verhoor, want waarvoor anders was hij uit zijn cel gehaald.
Ik sta op, roep hem iets toe waaruit duidelijk blijkt dat ik niet als gevangene, doch als vrij man sta. Wat ik toen zag zal ik nooit vergeten. Zijn ijle figuur verliest plotseling de spanning, hij breidt de beide armen uit, zijn ogen worden groot en vochtig: “Sillevis, jij hier!” Hij grijpt mij met beide handen en nogmaals laat ik hem duidelijk doch uiterst voorzichtig blijken dat mijn bezoek vrijwillig is en dat de ‘heren’ zo ‘vriendelijk’ waren hem voor mij te halen om enige zakelijke dingen te bespreken.
........ Wij krijgen een kwartier de tijd en het gesprek mag uitsluitend zakelijk zijn. Ze zullen nauwkeurig toeluisteren. Papieren worden over de tafel uitgespreid. Het gesprek begint. We lezen samen stukken en tussen de regels door kan ik hem het een en ander duidelijk maken. Wijmenga valt steeds daartussen in met allerlei vragen en opmerkingen. Het blijkt dat Frits alleen in zijn cel zit en de gehele dag niets mag doen en niets mag lezen. Ik vraag Hoidock of dit niet veranderen kan. Wijmenga zegt dat daarvan misbruik is gemaakt.
......... Frits zegt dat hij goed behandeld wordt, maar dat het meer dan afgrijselijk is dat ze hem opsluiten alleen in zijn cel, zonder lectuur of welke andere afleiding ook. De minuten vliegen voorbij en Hoidock geeft het sein dat wij de bespreking moeten afbreken. Ik krijg de indruk dat zij van te voren nauwkeurig overleg hadden gepleegd hoe zij voor hun doel nog van deze ontmoeting gebruik konden maken, gezien de vragen die ons plotseling werden gesteld over zaken en personen.
×