Samenvatting
In een tijdperk waarin de pose haast vanzelfsprekend is geworden, roept het model vooral vragen op. Waarom geeft het zich bloot en wat gaat er door hem of haar heen? Observeert het model niet net zo goed de bekijker en wordt hij of zij dus bekeken? W.A. Jonker maakt ons deelgenoot van zijn, soms cynische, gedachten in gedichten die door vrij abstracte illustraties worden begeleid en leert ons dat we allemaal een levenshouding hebben aangemeten. Die presenteren we vol trots met teksten op T-shirts, tatoeages, een afgetraind lijf of juist door een lichaam in verval te durven tonen. In het dagelijks leven blijft de pose gehandhaafd. Een bezoek aan de kapper blijkt ineens stukken intiemer dan het tekenen van een naakt mens. De pose en het model portretteert zowel de samenleving als de dichter zelf. Genadeloos, maar op afstand van de geportretteerde, zoals het een goed kunstenaar betaamt. Ik kan alleen naar mijn eigen gedachten luisteren zo stil klinkt het af en toe een kuch of iemand verschuift een stoel het lijkt wel een museum W.A. (Pim) Jonker (1955) debuteerde met de geïllustreerde gedichtenbundel Schuld (1986). Tevens publiceerde hij gedichten in Maatstaf en in de Volkskrant. Na afgestudeerd te zijn aan de Academie voor beeldende kunsten te Arnhem koos hij voor een organisatorische loopbaan naast zijn kunstenaarschap. Zo was hij, onder andere, parttime programmeur bij de Balie, artistiek leider van de Brakke Grond en directeur van het poppodium Het Paard van Troje in Den Haag. Driemaal stelde W.A. Jonker, halverwege de jaren negentig, de geruchtmakende, underground tentoonstellingen samen van het festival Triple X. Jarenlang was hij lid van de Amsterdamse Kunstraad en de adviescommissie Cultuur en Cultuurhistorie Noord Holland. In 2016 verscheen van hem bij Uitgeverij In de Knipscheer de bundel Kijkgaten naar binnen. «De kracht van de versmelting van woord met beeld.», volgens André Oyen (Antwerpen Leest), «Op het eerste gezicht lijken de gedichten uit Kijkgaten naar binnen heel conventioneel, maar niets is minder waar.»