Samenvatting
De 19de eeuwse Nederlands-Franse auteur Joris-Karl Huysmans werkte eigenlijk voor de Franse geheime dienst. Hij infiltreerde in het satanistische milieu van Parijs en kwam er op het spoor van de 'Paus van Satan', die de komst van de Antichrist moest voorbereiden... Het bleek niemand minder te zijn dan de kapelaan van de Basiliek van het Heilig Bloed in Brugge... de stad die door de Tempeliers was voorbestemd om het Jeruzalem van het Westen te worden.
Huysmans schreef een schandaalroman over zijn afdaling in die magische onderwereld: 'Là-Bas'. Hij raakte betrokken in een ware Oorlog der Magiërs en kwam terecht in een occult wespennest, waarin figuren als Nostradamus en Jack the Ripper hun rol speelden. Zo ontdekte hij ook dat het geheim van de afstammelingen van Jezus en Maria Magdalena niet werd bewaard in Rennes-le-Château, maar een heel stuk noordelijker: in Brugge en in Orval.
Patrick Bernauw oogstte veel succes met zijn historische faction thrillers in 'Mysterieus België' ('Het Bloed van het Lam', 'Nostradamus in Orval', 'Het Illuminati Complot', 'De Zaak Louis XVII'). Voor dit boek werkte hij samen met Philip Coppens, die eerder al non-fictie publiceerde over aloude mysteries, verschenen in verscheidene talen. Hij was gehuwd met bestsellerauteur Kathleen McGowan ('Het Magdalena Mysterie') en was in Vlaanderen en Nederland vooral bekend van zijn bestseller 'De Da Vinci Code Ontcijferd'.
Philip - of Filip - Coppens overleed in 2012. De heruitgave van dit boek is opgedragen aan zijn nagedachtenis.