Samenvatting
Na acht spoorwachtershuisjes in de Limousin bekeken te hebben, is het na een week zoeken bij het negende huisje raak. Vijftien jaar lang heeft het leeggestaan en de deur en een raam staan open.
De grond wordt overwoekerd door varens en bramenstruiken. Natuurlijk ligt er erg veel werk te wachten, maar niet meer dan aan de huisjes die we de afgelopen dagen bezocht hebben.
We kijken om ons heen, laten de omgeving op ons inwerken en weten het; dit gaat ons plekkie worden.
Alle vakanties, gemiddeld zo’n zes weken per jaar, noteer ik aan het einde van de dag de werkzaamheden aan en rond het huisje. En ook hoe wij door onze Franse buren in deze dorpsgemeenschap opgenomen worden. Al gauw horen we er ook echt bij en worden we begroet met de in deze streek gebruikelijke vier kussen.
Het is heerlijk als we bij aankomst, nadat we het drukke werkzame leven in Nederland achter ons hebben gelaten, zien dat alles nog precies hetzelfde is.
Als het grote werk er na een kleine tien jaar op zit, stop ik met het schrijven van mijn verslagen. De contacten zijn gelegd en alle wetenswaardigheden lijken te zijn genoteerd.
Maar dan wordt in 2010 ons kleine dorp geconfronteerd met een drama. Ik haal mijn verslagen uit de kast en besluit ze te gebruiken voor het schrijven van dit verhaal.