Samenvatting
Wanneer haar vader ernstig ziek wordt, breekt voor Zsuzsa Bánk een hectische periode aan. Tussen alle zorgen door komen de verhalen van haar vader naar boven: over zijn jeugd als zoon van een stationschef in Hongarije, over de vlucht voor het regime en de ontmoeting met haar moeder.
Als hij uiteindelijk sterft, kost het haar grote moeite om te wennen aan een wereld waarin hij ontbreekt. Terwijl ze haar middagen doorbrengt in de paradijstuin, de tuin van het familiehuis in Hongarije, of een stuk zwemt in het meer dat ze kent uit haar jeugd, probeert ze vrede te vinden met de nieuwe realiteit.
In haar unieke, warme en poëtische stijl schetst Zsuzsa Bánk een ontroerend portret van een geliefde die er niet meer is maar overal aanwezig is. Een teder, troostrijk boek, om steeds opnieuw te herlezen.
Zsuzsa Bánk is een van de grote hedendaagse auteurs uit Duitsland, waar al haar boeken de bestsellerlijst bereiken. Recent verscheen ook van haar hand Slapen doen we later in Nederlandse vertaling.
'Het is niet verwonderlijk dat Zsuzsa Bánk met prijzen overladen is, ze heeft een heel eigen, unieke stijl.' Jan Magazine
'Een ontroerende roman vol beelden en herinneringen, in de prachtige taal die zo eigen is aan deze bestsellerauteur.' Buchjournal
'Een bitterzoete roman vol verlangen, die perfect past bij de golvende, fluisterende taal van Zsuzsa Bánk.' Wiener Zeitung