Samenvatting
Het downloaden van apps en het streamen van films is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Apps en gestreamde films zijn voorbeelden van digitale inhoud. Net als in geval van zaken, kunnen zich ook in geval van digitale inhoud problemen voordoen. Een voorbeeld is een gebrek in een app waardoor persoonlijke gegevens over internet worden verspreid of een gestreamde film die hapert. Naar huidig recht worden bestaande regels uit het Burgerlijk Wetboek toegepast die niet specifiek zijn ontwikkeld voor overeenkomsten over digitale inhoud. Dit boek gaat over de bescherming van de consument die een overeenkomst over digitale inhoud aangaat. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen de precontractuele en de (post)contractuele fase. Door de relevante regels uit het Burgerlijk Wetboek te bestuderen en toe te passen op overeenkomsten over digitale inhoud, wordt geanalyseerd in hoeverre deze regels de consument bescherming kunnen bieden. Geconcludeerd wordt dat op diverse punten een versteviging van de consumentenbescherming is aan te bevelen. In dit onderzoek wordt bovendien beoordeeld hoe de privaatrechtelijke consumentenbescherming in het Burgerlijk Wetboek kan worden verstevigd. Naast een analyse van het Nederlandse recht, bevat het onderzoek onder meer een analyse van het toepasselijke recht in Engeland waar specifieke regels zijn ontwikkeld voor overeenkomsten over digitale inhoud. Daarnaast wordt ruim aandacht besteed aan de Europese richtlijn over digitale inhoud en digitale diensten die uiterlijk op 1 juli 2021 in het Burgerlijk Wetboek dient te worden geïmplementeerd.