Samenvatting
Dit boek sluit aan bij de recente ontwikkelingen van het kwaliteitsdenken in zorg en welzijn en geeft er een vernieuwende impuls aan. Wat is eigenlijk goede, warme en aandachtige zorg, hoe breng je deze tot stand en wat is daarvoor nodig? Werkelijk goede zorg, zo wordt uitgelegd, komt relationeel tot stand.
Dit boek sluit aan bij de recente ontwikkelingen van het kwaliteitsdenken in zorg en welzijn en geeft er een vernieuwende impuls aan. Wat is eigenlijk goede, warme en aandachtige zorg, hoe breng je deze tot stand en wat is daarvoor nodig? Werkelijk goede zorg, zo wordt uitgelegd, komt relationeel tot stand. Dat stelt eisen aan de professionaliteit – minder regelgehoorzaamheid en meer praktische wijsheid – en dus ook aan de kwaliteitsstandaarden. Het boek biedt een handzaam model waarmee je zelf via de ingangen van menselijkheid, bekommernis, herbergzaamheid en fatsoenlijk zijn onderzoek kunt doen naar de kwaliteit van de geleverde zorg, hulp of dienstverlening. Elk van die ingangen is voorzien van een ‘kleine filosofie’ en biedt een praktisch bruikbare uitwerking, gebaseerd op jarenlang ervaring. Wat goede kwaliteit is, is nooit zomaar duidelijk: kwaliteit moet worden ont-dekt. Het boek beschrijft om te beginnen de basisbegrippen van relationeel kwaliteitsdenken. Het laat zien waarom zo’n inhoudelijke verdieping wenselijk is maar ook wat voor de hand liggende maar doodlopende wegen zijn en welke benaderingen veelbelovender lijken. Het geheel stemt tot nadenken maar is ook voorzien van heel praktische oplossingen. De ontdekking van kwaliteit is geschreven voor wie geeft om kwaliteit en wil dat relationeel zorgen telt: student, professional, cliënt/patiënt, manager, bestuurder, toezichthouder en kwaliteitsmanager in zorg en welzijn.
Inhoudsopgave
VOORWOORD 15 HOOFDSTUK I HET VRAAGSTUK 19 Ten geleide 19 Vooraf: wat wij onder ‘zorg’ verstaan 20 1 Ontwikkelingen in het kwaliteitsbeleid 22 Bedenkingen 23 Perspectief: presentietheorie 25 2 Kwaliteit definiëren 26 De gebruikelijke manier van omschrijven: bedrijfskundig definiëren 26 Bronnen bij de bedrijfskundige definiëring van kwaliteit 27 De gebruikelijke manier van omschrijven kritisch beschouwd 28 Uitweiding #1: mismatches 32 Wat is een mismatch? 32 Mismatches: oorzaken en redenen 32 Mismatches kunnen waarnemen 33 Blind voor mismatches 34 Conclusie uit deze Uitweiding 35 Kortom 35 3 Een filosofie van kwaliteit: Zen & de kunst van het motoronderhoud 36 De kern: een metafysica van kwaliteit 38 Relevantie 39 Kortom 41 4 Stagnerend kwaliteitsdenken 41 4.1 Inhoudelijkheid in de verdrukking 42 Kortom 44 4.2 Controles overwoekeren 45 Onstuitbare controledrift 45 Balans van het goede en niet goede 46 Kwaliteit tot welke prijs? 47 Uitweiding #2: tellen en turven 48 Een pijnlijke casus 49 Wat telt? 50 Alternatieve verantwoording 52 Kortom 52 4.3 De dominantie van logica’s die niet uit de zorg stammen 53 Logica van de productie 53 Logica van het medisch denken 54 Tussentijdse conclusie 55 Zorgdiscoursen 56 Kortom 58 4.4 Problemen weg organiseren? 59 Uitweiding #3: de ontmoralisering 61 Resumé van hoofdstuk I 62 HOOFDSTUK II DE CONCEPTUELE EN THEORETISCHE BASIS 65 Ten geleide 1 65 1 Inleiding: op zoek naar de juiste begrippen om de zorgkwaliteit te kunnen vaststellen 65 1.1 Probleemstelling 65 1.2 Opbouw van dit hoofdstuk 67 Ten geleide 2 67 2 Relationeel zorg geven 68 2.1 De zorgrelatie 68 Inleiding 68 Kortom 70 2.2 Goede zorg als afgestemde zorg 70 Over het algemeen menselijke en het unieke 70 De noodzaak van afstemmen en aansluiten 71 Kortom 72 Bronnen over relationeel zorg geven 72 Relationeel denken 72 Aartsmoeders en -vaders 73 Aanvullende bronnen 73 2.3 Van de zorgrelatie naar relationeel zorg geven 74 De voortdurende aandacht voor de zorgrelatie 75 Uitweiding #4: de waarde van ‘evidence’ en contextueel denken 77 Zorg geven voorgesteld als een bundel handelingen 80 Zorg geven als een praktijk: een illustratie 80 Zorg geven als een praktijk: conclusie 82 Kortom 83 Uitweiding #5: de tools om de zorgrelatie in beeld te brengen 83 De tools om de kwaliteit van de (zorg)relatie in beeld te brengen 83 Enkele belangrijke Engelstalige bronnen 83 Onderbouwing vanuit de Nederlandse literatuur 84 Rapport 1: Gehandicaptenzorg (GZ) 84 Rapport 2: Verpleging en verzorging (V&V) 85 Rapport 3: Geestelijke gezondheidszorg (ggz) 85 Het gebruik van deze tools: een kritische evaluatie 86 2.4 Relationeel zorg geven: vijf basisgestalten 87 Uitweiding #6: de zogeheten softheid van ‘aansluiten en afstemmen’ 88 Bezwaren tegen ‘aansluiten en afstemmen’ 88 De betekenis van ‘aansluiten en afstemmen’ 89 De noodzaak van ‘aansluiten en afstemmen’ 90 De vormgeving van ‘aansluiten en afstemmen’ 90 Kortom 95 3 Kwaliteitsbewustzijn cultiveren 96 Ten geleide 96 3.1 Een verkenning 97 Een casus 97 In zichzelf gekeerd zijn 97 Uitweiding #7: hoe ‘relationeel zorg geven als praktijk’ in beeld te brengen? 98 Van binnenuit beoordelen 100 Bezwaren tegen van binnenuit beoordelen 101 Bronnen: de narratieve, hermeneutisch en/of fenomenologische benadering in de zorg 102 3.2 Wat wordt verstaan onder ‘kwaliteitsbewustzijn cultiveren’? 103 Kunnen waarnemen, beoordelen, bijstellen en verantwoorden 104 Bijkomende kenmerken van het kwaliteitsbewustzijn 105 Kortom 107 3.3 Kwaliteitsbewustzijn bevorderen, koesteren en toetsen 107 Verantwoorden 108 Onenigheid over de kwaliteit 109 3.4 De noodzaak van een inhoudelijk referentiekader 111 Kortom 113 Illustratie: te veel regels schaden kwaliteit werk 113 4 De praktisch wijze professional 118 Ten geleide 118 Een voorbeeld om mee te beginnen 119 4.1 Betekenis van protocollen 120 Bronnen bij hoofdstuk II, 4.1 121 Protocollen eisen gehoorzaamheid 122 Uitweiding #8: regels en rust – door Niels Schuddeboom 124 De prijs voor gehoorzaamheid 126 Moralicide 128 Methodische regels volgen volstaat niet 129 Uitweiding #9: een realistisch beeld van zorg geven 129 Zorgen dat en zorgen voor 129 Zorgen in een laatmoderne context 130 Zorg geven in abstracto 131 Zorg geven in de werkelijkheid 133 4.2 De wenselijkheid van praktische wijsheid 134 Bronnen bij hoofdstuk II, 4.2 134 Meer dan scharrelen en reflecteren 136 Meer dan praten 137 Wat praktische wijsheid is 138 Wanneer is praktische wijsheid nodig, geëigend, wenselijk, onmisbaar? 139 Waartegen zet praktische wijsheid zich af? 140 Wat zijn de ingrediënten van praktische wijsheid? 140 Wat doe je als je praktisch wijs handelt? 141 4.3 Tussentijdse samenvatting en conclusie 144 Kortom 144 4.4 Ruimte in bestaande kaders 145 Ruimte in de regels? 145 Strijdige regels 146 Verantwoorden 146 Kortom hoofdstuk II, 4 148 HOOFDSTUK III GEORDEND DENKEN OVER ASPECTEN VAN GOEDE ZORG 149 Ten geleide 149 1 De ordeningen van kwaliteitsbewaking in het Zorgethisch Model (ZEM) 151 Het model op hoofdlijnen 151 Uitgangspunten op basis van voorafgaande hoofdstukken 151 Korte toelichting bij figuur III, 1 153 2 De zorgontvanger 154 Uitweiding #10: kleine filosofie van de menselijkheid 154 Uitwerking 156 1 Kostbaar en beschermwaardig, waardig en als alle anderen 156 2 Afhankelijkheid en relationeel 158 3 Erkenning en anders-zijn 159 4 Kwetsbaarheid 160 Kortom 162 Maya Angelou - I Am Human 163 Opbouw ordening 163 Opbouw en verantwoording van het (gele) middendeel 164 Uitwerking kwaliteitscriteria vanuit de zorgontvanger bekeken 165 2.1 Cel 1: ik kan in juiste zorg komen en blijven 166 2.1.1 Juist uitkomen 167 2.1.2 Aanvaard worden als relationeel wezen 167 2.1.3 Voorkomen mismatch 169 2.2 Cel 2: ik kan terecht op deze zorg vertrouwen 169 2.2.1 Waarde van de zorg voor mij 170 2.2.2 Investering in de zorg door mij 171 2.2.3 Bescherming van mij door de zorg 171 Bronnen van hoofdstuk III, 2 172 2.3 Cel 3: ik ben voluit in tel bij deze zorg 174 2.3.1 Relationele sturing 176 2.3.2 Discursieve sturing 176 2.3.3 Politieke sturing van de zorg 178 2.4 Cel 4: ik ervaar betekenisvolle baat van deze zorg 179 2.4.1 Passend 180 2.4.2 Adaptief 181 2.5 Cel 5 (wiebertje): de opgaven van de zorgontvanger verminderen 182 3 De zorggever 184 Uitweiding #11: kleine filosofie van de bekommernis 184 Wederkerige conceptualisering 184 Bekommeren om en bekommeren over 185 Bekommerd zijn en zich bekommeren 186 Bekommeren als evaluatief begrip van een asymmetrie 186 Bekommeren om wat bij de ander en toekomstig is 186 Bekommernis in politiek-ethische zin 187 Kortom 188 De vier cellen in de notendop 188 Opbouw en ordening 189 De uitwerking van de cellen of ingangen 190 3.1 Cel 1: al het nodige goed doen 190 Bronnen bij ‘Al het nodige goed doen’ 191 3.2 Cel 2: aandachtig en relationeel sturen 193 Bronnen bij ‘Aandachtig en relationeel sturen’ 193 Over aandacht, open waarnemen, onderzoekend waarnemen: 193 Over zich verbazen en nieuwsgierig zijn: 194 Over morele verbeelding: 194 Over toewijding: 194 3.3 Cel 3: trouw de zorg bijstellen en afmaken 196 3.4 Cel 4: (mogen) zorgen uit betrokkenheid 198 Bronnen bij ‘Werken uit betrokkenheid’ 198 4 De zorgorganisatie (met Jan den Bakker) 201 Uitweiding #12: kleine filosofie van de herbergzaamheid 201 Introductie 201 Uitwerking 203 1 Ingaan en kaderen 203 Onder dak, of niet 204 2 Zich overgeven 205 3 Onthaal 207 Kortom 209 Opbouw en ordening 209 Verbanden tussen de ingangen 210 Onderbouwing van de ingangen 211 Overzicht van het geheel 214 De uitwerking per ingang 216 4.1 Cel 1: fatsoenlijke institutie 216 Kortom 218 4.2 Cel 2: faciliterende organisatie 218 Kortom 220 4.3 Cel 3: lerende gemeenschappen 220 Kortom 221 4.4 Cel 4: gastvrij huis 221 Kortom 223 5 De krachten op de achtergrond 223 Krachten op de achtergrond, geïllustreerd 223 Bronnen van het participatieparadigma 226 Vragen over de systemische kaders 227 Uitweiding #13: een kleine filosofie van het goede leven 228 Samengevat 229 Illustratie: finaliseren in de ouderenzorg 230 De bestemming van instituties vinden 230 Een voorbeeld 232 HOOFDSTUK IV HET KWALITEITSDENKEN IN DE PRAKTIJK 237 Ten geleide 237 1 Leerklimaat begunstigen 238 1.1 Niet afvinken 238 1.2 Integrale kwaliteitsdoorlichting 239 1.3 De lerende organisatie ter bevordering van het kwaliteitsbewustzijn 241 Hulp en leiding bij de reflectie nodig 241 Leerklimaat ter hand nemen 241 Lerende organisatie willen zijn 242 Leerbeleid hebben 242 Kortom 243 2 Aan de slag met het ZEM 244 2.1 Handzame vragen en ingangen 245 a) Overzicht hebben en bewaren over het ZEM: figuur IV, 1-2 255 b) Doelgeoriënteerde vragen vanuit het ZEM: figuur IV, 3-5 255 c) Perspectivistische vragen vanuit het ZEM: figuur IV, 6-8 256 Ervaringen met de overzichts-, doelgeoriënteerde en perspectivistische vragen 257 2.2 Casussen analyseren met behulp van het ZEM 259 Casus 1 259 A De casus zoals de instelling deze presenteert 259 B De analyse van de casus 262 C Enkele uitkomsten van de analyse 263 D Enkele conclusies uit de analyse 264 Casus 2 268 A Situatieschets 268 B Worsteling met de regels 269 De praktijk 269 Pogingen de patstelling te doorbreken 270 C Conclusie 270 3 Ook andere kijkrasters dan het ZEM gebruiken 271 Het ZEM als bedding 271 De andere kaders en middelen 272 Systematische vergelijking 272 Niet-systematische vergelijking 280 A Veelheid van modellen, kaders, suggesties en uitwerkingen 280 B Finaliteit 280 C Gelaagdheid van de modellen 281 D Consistentie tussen de invalshoeken, compleetheid 281 E Kwaliteiten en/of de tools om ze te bereiken 282 F Vrijheid: binnen of buiten bestaand beleid 283 G Kwaliteit en verantwoording 283 H Lessen uit een hooggewaardeerde zorgpraktijk 284 Kortom 284 4 Het ZEM en de verantwoording 286 Opmerkingen over wat verantwoorden is 286 Bronnen over de betekenis van ‘zich verantwoorden’. 287 Zes uitgangspunten van verantwoorden, vertaald naar kritische vragen aan verantwoorden 289 Bottomline 293 Kortom 293 Over de auteur 295