Samenvatting
Hoe kan het dat een handvol mensen meer bezit dan de helft van de wereldbevolking en waarom wordt die obscene concentratie van rijkdom niet weggehoond? Vragen die ertoe doen. Zeker in tijden van grote en kleine cultuuroorlogjes rond de roerselen van de nationale identiteit is kritisch onderzoek naar de pijlers van de ongelijkheid een must. Extreme ongelijkheid gaat immers over meer dan waanzinnige bankrekeningen. Het is een machine die haar territorium voortdurend uitbreidt, samenlevingen omwoelt, de verzorgingsstaat ontrafelt en uiteindelijk ook de democratie uitholt. In 'De ongelijkheidsmachine' onderzoekt Paul Goossens de permanente botsing en de onmogelijke pacificatie tussen voorstanders van een meer egalitaire samenleving en elites die hun privileges willen behouden. Europa stond daarbij steevast aan de zijde van de 1%, zo ook zijn religieuze leiders en vele van zijn gelauwerde denkers. Vandaag komt het erop aan de code van de financiƫle industrie te kraken, dan pas kan de ongelijkheidsmachine gestopt worden. 'Het is kiezen', aldus Goossens, 'tussen de koopkracht van de bevolking of de privileges van de nieuwe feodale heersers, de geldaristocratie.' Zoveel is zeker, de bankiers zullen 'De ongelijkheidsmachine' niet op gejuich onthalen. Met illustraties van GAL Paul Goossens, een gediplomeerd econoom, is stichtend hoofdredacteur van 'De Morgen'. In het begin van de jaren 1990, na zijn vertrek, verlegde hij zijn focus naar de Europese Unie. Eerst bij 'Knack', dan bij het persagentschap Belga. Sinds 2009 is Goossens columnist van 'De Standaard'.