Samenvatting
Op de dag dat Ana begraven wordt vinden haar kinderen twee fotootjes van een onbekend meisje in haar brieventas. De enige die de gelijkenis ziet met hun moeder is Nina. Ze zwijgt maar ze begint te snuffelen in het leven van haar moeder. Nina vindt toevallig een vodje papier met enkele haastig neergekrabbelde woorden, ze zoekt verder en dan vindt ze het schrift. Het verhaal voert haar terug in de tijd, in het leven van de vrouw die ze helemaal dacht te kennen. Nog voor ze het schriftje tot het eind gelezen heeft boekt Nina in een impuls een vlucht naar Tel Aviv maar dan neemt haar moeder’s verhaal zulke plotse wending dat ze terecht komt in een realiteit waarvan ze dacht dat die enkel in films kon bestaan. Sylvia Simons wordt geboren in Lier op 12 januari 1953. Ze groeit op in een gezin waarin ze vaak het gevoel heeft dat ze er niet bij hoort. Ze is een buitenbeentje, omdat niemand haar begrijpt praat ze weinig, liever vertrouwt ze haar gedachten toe aan papier. Uit die gedachten ontstaat een eerste verhaal wanneer ze tien jaar oud is. Haar pen heeft nooit een blad voor de mond genomen. Sylvia heeft twee passies in haar leven: litteratuur en muziek. Een twintigtal jaren geleden heeft ze zich in Tanger gevestigd omdat ze daar de rust gevonden heeft waarnaar ze haar hele leven op zoek was.