Fragment
Daar ligt hij. Een kwetsbare beer, want hij is nog altijd groot, meer dan honderd kilo en bijna twee meter lang. Hij heeft geen flauw benul van mijn aanwezigheid. Hij slaapt en weet in zijn slaap niet eens dat hij gaat sterven. Misschien droomt hij van rijkdom, of van de naakte Penthouse Pets in zijn nachtkastje boven, of van een carrière als ijshockeyer. Ik heb hem nooit zien schaatsen, maar hij heeft altijd beweerd het goed te kunnen. Als hij wakker wordt zal ik hem moeten herinneren aan zijn naderende dood, al was het maar om mijn nachtelijke aanwezigheid te verklaren. Ik hoop dat hij blijft slapen en niet nu doodgaat, want er bestaat altijd de kans dat de boodschapper die de familie de slechte tijding brengt de schuld krijgt. Dan had je hem rechtop moeten zetten! Dan had je hem in een stabiele zijligging moeten leggen! Dan had je zijn hart moeten masseren! Dan had je zus of zo!
Ik waak, maar mijn waakzaamheid zal hem niet redden.
×