Samenvatting
Sinds 2007 is de Wet medezeggenschap op scholen van kracht. Van meet af aan is een zorgpunt van medezeggenschapsraden dat schoolleiders en besturen zich niet aan de wet houden, met name wat betreft de informatieverstrekking. Directies en besturen op hun beurt vinden dat de toegevoegde waarde van de raad vaak nihil is, omdat ze geen inhoudelijk tegenspel krijgen van de raad. De taak van de onderwijsinspectie is, zoals sinds 2014 vastgelegd in de Wet op het onderwijstoezicht (WOT), het functioneren van de medezeggenschap te onderzoeken als er signalen zijn dat de 'checks and balances' binnen de instelling en het interne toezicht hierop niet goed functioneren, waardoor bijvoorbeeld risico's voor de onderwijskwaliteit kunnen ontstaan. Volgens de onderwijsinspectie zijn kernvragen bij de medezeggenschap op bestuurs- en schoolniveau: Wordt er daadwerkelijk tegenspraak georganiseerd? Maakt de medezeggenschap gebruik van zijn bevoegdheden ten aanzien van advies en instemming? Wordt de medezeggenschap aantoonbaar serieus genomen? Draagt de medezeggenschap een lid van de raad van toezicht voor? Vergaderen intern toezicht en medezeggenschap minimaal eens per jaar zonder het bestuur? Verantwoorden bestuur, intern toezicht en (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad zich jaarlijks door middel van het jaarverslag? In deze uitgave geeft de auteur medezeggenschapsraden praktische handvatten om de inspraak te optimaliseren en serieus genomen te worden door directies en besturen. De medezeggenschapsraad van de toekomst is veel meer een sparringpartner van het bestuur dan een controleur, dwarsligger of zoals Eric van 't Zelfde, directeur van Hugo de Grootschool in Rotterdam het omschrijft: een groep taakurenzuurpruimen. Dr. Frederik Smit is als senior onderzoeker verbonden aan het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Hij was projectleider van beleidsgerichte evaluatieonderzoeken van het ministerie van OCW naar het functioneren van de medezeggenschap in het onderwijs.