Samenvatting
Een stukje uit het boek: 'Opnieuw keek hij naar boven. Zou hij het aandurven om helemaal in de trillende lucht te verdwijnen? Het leek erop dat er niets veranderde, dus met zijn hersens zou het ook wel meevallen. Maar hij moest wel voorzorgsmaatregelen nemen. Vlug glipte hij langs de stoelbarricade om een lang stuk touw uit de schuur te halen. Het ene eind bond hij aan de keukentrap en het andere om zijn middel. Zo verankerd klom hij omhoog. Toen zijn haren het plafond raakten, haalde hij diep adem en klom nog hoger. Het kleine plekje trillende lucht sloot zich razendsnel om hem heen en slokte hem op. Heel even voelde hij een vreemde, koude tinteling (...)' Tot zijn verbijstering ontdekt Remmet een opening naar een andere wereld. Het is er kaal en er lijkt niets te leven. Maar dan komt plots een verwilderde jongen op hem af. De jongen wil met Remmet mee. Hij dwaalt al tien jaar in die vreemde wereld ...