Samenvatting
Scheepsbouwer Berend Bepol is een tevreden man als hij aan het begin van de twintigste eeuw zijn scheepswerf bij Wirdum, aan het Groninger Damsterdiep, overziet. Ruim tien jaar later is de situatie echter veranderd. De welvaart, die geen einde leek te hebben, is verdwenen, zijn dochter Ilse is nog steeds ongehuwd en wie hem moet opvolgen is een groot raadsel. Uiteindelijk weet hij zijn meesterknecht Niesten aan zijn dochter te binden en daarmee heeft hij tegelijk het voortbestaan van de werf veiliggesteld. Maar de altijd zwijgende Niesten wordt voor Bepol een obsessie, zeker als die ook nog een spectaculaire order uit Duitsland in de wacht weet te slepen. De helse obsessie leidt tot een even magistraal als fataal hoogtepunt, zoals alleen Rosenboom dat weet op te wekken.