Samenvatting
Nog voor de val van Duitsland in mei 1945 wisten nazi-kopstukken dat Latijns-Amerika de uitweg was om te ontkomen aan geallieerde strafvervolging. Een aantal neutrale landen was bereid om hen bij deze vlucht te ondersteunen. Niet alleen valse persoonsbewijzen werden geleverd, maar er werden ook onderduikadressen en fondsen opgezet om de exodus van beruchte nazi’s te verwezenlijken. Ondertussen werden Zuid-Amerikaanse consulaten benaderd die hen van de benodigde transitvisa moesten voorzien. Anderen maakten gebruik van de naoorlogse vluchtelingenstroom vanuit Oost-Europa, voormalig nazi-Duitsland, en de gedemobiliseerde troepen die naar huis terugkeerden. Of ze verscholen zich in de krijgsgevangenkampen. Deze voortvluchtigen meldden zich aan bij hulporganisaties van het Vaticaan en het Internationale Rode Kruis om in aanmerking te komen voor tijdelijke identiteitspapieren waarmee ze Zuid-Amerika met een nieuwe identiteit konden bereiken. Deze vluchtroutes staan bekend als de 'ratlines' - een omschrijving die bedacht is door de Noord-Amerikaanse inlichtingendienst. Zij probeerden waardevolle nazi’s veilig te stellen, om ze vervolgens te rekruteren als bondgenoten tegen het communistische gevaar in de daaropvolgende Koude Oorlog, met behulp van bovenstaande hulporganisaties. Minder is bekend over de nazi’s en collaborateurs die vanuit Nederland naar Latijns-Amerika zijn gevlucht. Sporadisch wordt er in de media-aandacht besteed aan dit onderwerp. Zo zou de KLM betrokken zijn geweest bij het wegsluizen van nazi’s, in ruil voor hoge vergoedingen. Bekende collaborateurs die naar Argentinië waren ontsnapt, zoals Andries Riphagen en Willem Sassen, hebben de voorpagina’s van de dagbladen gehaald. Maar dat zijn altijd afzonderlijke studies of tv-documentaires geweest. Waren er, zoals in Italië, meer organisaties actief in het wegsluizen van nazi’s naar veilige oorden? Was in Nederland ook de kerk en de nationale inlichtingendienst betrokken? Of werden deze sluiproutes opgezet door clandestiene organisaties? Deze studie illustreert aan de hand van onderzoek en voorbeelden de situatie in Nederland in de periode 1945-1955. Aan bod komen de succesgevallen die ieder op verschillende wijze Latijns-Amerika bereikten. Daarnaast wordt de mythe ontkracht dat de opsporingsdiensten niet op de hoogte waren van de verblijfplaats van deze uitgewekenen in landen zoals Argentinië, Ecuador of Venezuela. 'De Nederlandse Rattenlijn' is het laatste en definitieve werk met betrekking tot het onderzoek naar de vluchtwegen van nazi’s naar Latijns-Amerika.