Fragment
ANTWERPEN DECEMBER 1556
Antwerpen is in volle expansie, vooral door toedoen van twee personen, namelijk Gilbert Van Schoonbeke en Anna Janssens. De eerste vooral als visionair architect en vastgoedontwikkelaar en de tweede als zakenvrouw en investeerster. Hoewel de twee relmatig samenwerken, zijn ze niet bepaald vrienden van elkaar. Anna is gebeten om de nalatenschap die haar man, Hendrik van Duysborch, overleden in 1550, haar naliet, te vergroten. Geen offer of achterbaks gedoe is haar vreemd om dit te verwezenlijken. Zij maakte daarbij gebruik van haar ganse familie. Haar broers dreven handel in suiker, ,vooral met de Canarische eilanden en haar schoonzonen werkten op het stadhuis. De twee dochters fungeerden als haar rechterhanden. Maar het was vooral de aanwezigheid van de schoonzonen op het stadhuis die haar zaken zo lucratief maakten.
Zij was steeds op de hoogte van uitbreidingsplannen van de stad en speelde daar handig op in. Geld was geen probleem, daar had haar man haar genoeg van nagelaten. Vooral zijn brouwerijen hadden daarvoor gezorgd. Bier was toen veel gezonder dan water en werd door de toenmalige bevolking dan ook veelvuldig verbruikt. In 1561 had ze in de Nieuwstad (nu bekend als “Het Eilandje”) met de hulp van Van Schoonbeke, een watermolen gebouwd. Al zag deze het eerder in het bier. Deze molen leverde immers het water voor de omliggende brouwerijen.
Deze molen was dan ook een gouden zet gebleken en had haar vermogen duchtig laten stijgen. Haar enige bezorgdheid was dus Gilbert Van Schoonbeke, die bij alle nieuwe verwezenlijkingen aan de touwtjes trok en zelf ook verschillende brouwerijen bezat. Hij bepaalde wat en hoe gebouwd werd, maar kon anderzijds, ondanks zijn eigen rijkdom, niet zonder haar geld. Ook zijn goede verhouding met de burgemeester was haar een doorn in het oog. De man had zich voor een bastaardzoon van een Antwerpse poorter, die zich pas in 1545 had laten wettigen, aardig ingewerkt in de hogere klasse van de stad. Hij had zich dus laten wettigen en zijn naam laten veranderen in Van Schoonbeke in de plaats van ‘de Beaurieu’. Hij had naam gemaakt met de ontwikkeling van de Vrijdagmarkt en de Stadswaag, maar maakte nu furore met zijn plannen voor de aanleg van een havenwijk in de Nieuwstad. Dit was toen nog een 25 Ha groot drassig gebied dat vooral aan de stad en Anna Janssens toebehoorde. Hij wist natuurlijk dat er veel geld te verdienen viel met grondspeculatie, maar vond Anna steeds op zijn weg. En net daarom had hij haar die avond uitgenodigd in zijn huis ‘De Keyzer ‘aan de Minderbroedersrui.
Die avond liet Anna zich dan ook afzetten door een koetsier aan het prachtige huis dat gelegen was aan de vliet, met zicht op het klooster van de Minderbroeders. Met zes kinderen had de man ook wel een groot huis nodig. Als ze uitstapt, is ze wel onder de indruk van de statige woning met trapgevel en met de tekst ‘Stadsarchitect’ in een steen gebeiteld. Als ze de deurklopper liet neerkomen op de mooi uitgewerkte deur, duurde het niet lang of een dienstbode liet haar binnen en verzocht haar om hem te volgen. Ze kreeg even een glimp te zien van de vooraan gelegen werkkamers, vooraleer ze via de trap binnen werd geleid in Gilbert zijn werkkamer. Dit was duidelijk de ontvangstkamer met zicht op de schilderijenkamer en de logeerkamers. De opslagkamers voor hout en turf lagen achterin, wat in die tijd heel gewoon was. De man wou duidelijk uitpakken met zijn woning. Al wist Anna dat hij dit huis huurde en niet bezat. Hij had immers al zijn gelden nodig om te investeren.
In gedachte dacht ze:
‘Je moest mijn huis eens zien, armoezaaier met kapsones dat je bent.’
De heer des huizes, die achter zijn werktafel zat, stond recht en trok zijn stijve kanten kraag recht. Sinds de uitvinding van het stijfsel in begin van de eeuw waren zulke kragen de dracht van de heren van betere stand geworden. Hij begroete haar hoffelijk en bood haar een stoel aan. Op tafel stond een kruik Italiaanse wijn klaar, een drank die toen alleen voor de allerrijksten was weggelegd, de meerderheid dronk bier in de 16e eeuw. Veel gezonder dan water, dat dikwijls vervuild was. Daarom ook dat de taxen op het bier toen bijna 70% van de inkomsten van de stad uitmaakten. Hij schonk de wijn in twee prachtig uitgewerkte tinnen bekers en wenste haar een goede gezondheid toe.
Ze dronk beleefd wat van de, overigens uitmuntende, wijn en vroeg toen vrij koel of hij ter zake wou komen. Hij bekeek haar en zei dat hij een grote lening nodig had om gronden te kopen. De stad ging weer uitbreiden en met de onlusten die de stad nu bedreigden was het nu het moment om deze aan te kopen. Mensen waren niet gerust en wilden zich graag financieel veiligstellen en waren daarom bereid om te verkopen aan een veel lagere prijs. Zo konden zowel hij als Anna er beter van worden, een goede zaak voor beide, voegde hij eraan toe. Ze bekeek hem met een meewarige blik, dacht die man nu werkelijk dat hij slimmer was dan zij en meer wist dan haar schoonzonen haar al hadden verteld?
Die hadden haar al enkele weken ervoor op de hoogte gebracht van de stadsplannen en haar stromannen waren al druk bezig geweest met die gronden te verwerven. Maar de meeste eigenaars hadden meer vertrouwen in deze opgeklommen bastaardzoon en dat kon ze niet dulden.
Hij had haar en de stad al vele mooie diensten verleend, maar hij moest zijn plaats kennen en dat weigerde hij blijkbaar. Met zijn belofte aan de stad om de stadswallen verder af te bouwen en deze ook te financieren had hij, wat haar betrof, zijn hand overspeeld. Ook zijn investeringen in nieuwe brouwerijen kon ze niet langer aanzien. Alleen zijn verwezenlijking van het Leikwartier, een nieuwe ontwikkeling rond de Markgravelei, had haar zelf ook immens veel geld opgebracht, hij zat toen blijkbaar kort bij kas en haar om een financiële input gevraagd, maar nu wilde hij steeds meer en meer van de pot en dat moest dringend gestopt worden.
Ze voelde even in haar zak naar de flacon die ze daar had ingestoken. Het gloeide in haar hand toen ze dat aanraakte. Niemand buiten haar dochters en schoonzonen wisten dat ze deze avond hier was. Haar koetsier was één van haar schoonzonen en de enige andere aanwezige in het huis, de dienstbode zou rijkelijk beloond worden voor zijn stilzwijgen. De echtgenote Elisabeth Hendricx en hun zes kinderen waren de stad uit en werden slecht enkele dagen later terugverwacht. En de eigengereide man die Van Schoonbeke was, zou zeker niemand over hun ontmoeting hebben verteld. Al hun transacties waren altijd in het striktste geheim verlopen.
Toen ze later die avond schielijk de woning verliet en in de duistere nacht haar koets opzocht, was Antwerpen één van zijn belangrijkste inwoners verloren. Het grote geld liet ook toen niet met zich sollen, ook niet door genieën die onze samenleving mee vorm gaven.
×