Samenvatting
Fik Meijer, de populairste classicus van Nederland, vertelt voor het eerst zijn eigen verhaal. Hij schrijft zeer aanstekelijk over zijn liefde voor de raadselachtige, grillige zee die in de klassieke oudheid het centrum van de wereld was: de Middellandse Zee. De zee is tevens het onderwerp van diverse lieux de mémoire die onze verslaggever vanuit de oudheid presenteert.
Aan bod komen allereerst Fik Meijers eigen belevenissen in en op de Middellandse Zee, die bij hem de interesse voor maritieme geschiedenis hebben gewekt. Hij was onderwaterarcheoloog en zag de zee zoals weinigen haar hebben gezien.
Daarnaast komen zeer uiteenlopende onderwerpen aan de orde: de naamgeving van de zee, de angst voor winden en stromingen, gevaarlijke zeereizen, de wapenwedloop die onhandelbare oorlogsgaleien opleverde, de met de mond beleden aversie tegen de handel, de scheepsbouw, de kostbare scheepsladingen uit de Bronstijd, de handel in graan, wijn, olijfolie, vissaus en slaven, de kunstroof van de Romeinen en het toerisme.
Zo passeren tweeduizend jaar maritieme geschiedenis de revue en komt een zee tot leven die een grote rol speelde in het leven van de Grieken en Romeinen. Zij boezemde velen angst in, maar was tevens de levensader voor de grote steden. Wat zou Athene zijn geweest zonder zijn heerschappij over de Aegeïsche Zee? En had Rome kunnen uitgroeien tot een metropool van bijna een miljoen inwoners als alles wat zij nodig hadden niet over zee had kunnen worden aangevoerd? Fik Meijer vertelt het unieke verhaal van ‘zijn’ Middellandse Zee.