Samenvatting
De mens wikt, God beschikt. Met deze woorden besluit Cor Fischer in overpeinzing een van de dagverslagen uit zijn dagboek. Cor Fischer (1896-1958) koopman van beroep, had zijn zaak genaamd "De Goederenbeurs" in de Papestraat in Den Haag. Daar kocht en verkocht hij huisraad, vooral meubelen. Hij woonde met zijn vrouw Lena en zoon Lud aan de Prinses Mariannelaan in Voorburg. Op 19 mei 1945, elf dagen na de bevrijding van Den Haag, komt de politie bij Cor aan de deur met de boodschap dat hij zich moet melden bij de, als NSB-interneringskamp ingerichte, school aan de Rozenboomlaan in Voorburg. Gedurende zijn gevangenschap hield hij een dagboek bij. Naast een persoonlijk relaas van hoe Cor de internering beleefde geeft dit dagboek een unieke inkijk in de dagelijkse gang van zaken waardoor er een nog niet eerder beschreven beeld van dit interneringskamp is ontstaan.