Samenvatting
Toetsen, zoals de halfjaarlijkse toetsen van het CITO-LVS, haar Eindtoets in groep 8 en de WISCAT-pabo, werken met een simpele "goed/fout" beoordeling.
Men maakt geen onderscheid in de "onjuiste antwoorden" in "denkfouten" en "vergissingen", terwijl dat onderwijskundig gezien essentieel is.
Na denkfouten moet nieuwe instructie door de leraar volgen anders slijpt de denkfout in, maar vergissingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld een zwakke motivatie, zwakke concentratie, te vlug willen werken, perseveratie enzovoort.
De door de leraren gegeven (rapport)cijfers en de resultaten op de genoemde toetsen beoordelen de rekenen/wiskundeprestaties dus méér op grond van het aantal gemaakte vergissingen dan het begrip van de getoetste leerstof.