Samenvatting
Nadat Abbou en Mounna naar België gevlucht zijn, sluiten Emir Salim en zijn strijders zich aan bij IS. In Raqqa, bolwerk van het kalifaat, krijgt Yassine een opleiding om in België een aanslag op de ongelovigen te plegen. Een aanslag waarbij ook Abbou en Mounna moeten boeten voor hun verraad. Voor Yassine is het de gedroomde kans om eeuwige roem als martelaar te krijgen. Hij krijgt de opdracht om zich met de vluchtelingenstroom te laten meedrijven om zo ongemerkt in België te komen. Een harde tocht door Europa waarbij hij steeds onder de radar moet blijven, omdat niets zijn heilige taak in gevaar mag brengen. Tijdens de tocht ontmoet hij Bashira, een zelfbewuste vrouw die hij haat én bewondert. In Brussel zoekt hij Ahmed op die al bezig is met de voorbereiding van de aanslag. Eenmaal in België zijn Abbou en Mounna op hun hoede omdat ze veronderstellen dat ze hun broeders niet zomaar kunnen verraden. Ze trouwen, Ali wordt geboren en stilaan worden ze zorgelozer. Ze weten echter niet dat ze in het oog gehouden worden…