Samenvatting
Deze magisch-realistisch getoonzette historische
roman beschrijft in de vorm van een kroniek de
geschiedenis van een familie die deels wortelt in
een vroegmiddeleeuwse, net gekerstende wereld
en deels in een Noordse mythische.
Uit een verbintenis tussen de god Odin en de
christelijke boerendochter Regna of Reesj -de
‘eerste’ of ‘oermoeder’- ontspringt een familielijn
waarbinnen in de volgende eeuwen het noodlot
zich langzaam voltrekt.
Het verhaal speelt zich af op verscheidene lokaties
in Europa: van Kennemerland tot Amsterdam, van
Estland tot Rome, van Yorkshire tot in de Vlaamse
Westhoek, van Turnhout tot Tholen, op verschillende
momenten in het verleden, op het halfverduisterde
schouwtoneel van de geschiedenis.