Fragment
Ik ben wat?’ Casey keek ontsteld naar Summer die met fonkelende ogen en een grote dosis adrenaline in haar lijf naar haar keek.
‘Een Uisgé, dat is iemand wiens voorouders ontstaan zijn uit de liefde van een mens en een watergeest,’ legde Summer uit, ‘je oermoeder was Cuislagha en dat betekend Casey.’
Casey probeerde te begrijpen wat ze zei.
Summer scande haar en vond een blokkade in haar geheugen.
‘Ze hebben je geheugen gewist,’ zei ze, ‘vandaar dat je het niet meer weet. De mensen die jou hebben opgevoed waren je ouders toch niet? Misschien hebben je echte ouders je weggedaan, omdat je anders gevaar liep? Want Aragwan is de machtige heerser van de onderwaterwereld en als hij jou wil dan moet je iets hebben of weten wat hij wil bezitten.’
Casey stond op en liep heen en weer.
‘Ik begrijp het niet. Het klinkt als een sprookje, een verhaaltje. Neem je me in de maling?’
Summer werd ongeduldig en bewoog haar hand, waardoor opeens de blokkade in het hoofd van Casey verdween en ze overspoeld werd met herinneringen. Ze zonk neer op haar hurken en hield haar hoofd in haar handen, ze gilde omdat het letterlijk pijn deed.
Riddock verscheen en zag tot zijn ontsteltenis Casey op de grond zitten en Summer geïrriteerd in de keuken staan.
‘Wat is er hier aan de hand?’ vroeg hij en zijn ogen fonkelden woedend.
Dit werd niet beter toen Summer vertelde van de blokkade, die ze had opgeheven en het gevaar waaraan Blossem en Bowen blootstonden.
‘Je had de blokkade nooit in één keer mogen verwijderen,’ riep Riddock woedend.
‘Waarom niet?’ Summer stond ook op, ‘ze kan het best wel aan, ze is toch een Uisgé? Of was het gemakkelijker voor jou?’
Ze stonden als vijanden tegenover elkaar.
‘Ik herinner het me,’ klonk opeens Casey 's stem en ze stond op.
Riddock keek haar bezorgt aan.
‘Toen ik klein was werden we aangevallen door wezens uit het water. Mijn vader was op slag dood en mijn moeder werd meegenomen. Vlak voordat ze in het water verdween, deed ze een spreuk en knalde er kennis in mij. Toen verdween ik en mijn geheugen. Daarna ben ik opgevoed door de mensen die alleen maar het geld wilden gebruiken voor zichzelf en niets met mij hadden.’
Ze keek naar Riddock op. ‘Jij wist dit?’
‘Niet precies,’ bekende hij, ‘maar wel ongeveer de strekking ervan. Aragwan denkt dat jij weet waar de vier boeken zijn, die tezamen een spreuk moeten herbergen die onsterfelijkheid creëert.’
Ze keek naar hem op. ‘Ik ken er twee.’
‘Dan moet je nu met me meekomen om Bowen en Blossem vrij te krijgen,’ vond Summer.
‘Nee!’ Riddocks ogen schoten vuur, ‘geen sprake van. Dan verkeerd iedereen straks in gevaar! Die Aragwan is niet te vertrouwen.’
Summer keek naar hem op. Ze besefte dat hij waarschijnlijk gelijk had.
Riddock riep Jack en Riff op die meteen verschenen en toen hij uitlegde wat er was gebeurd bleef het even stil.
×