Samenvatting
In dit boek staan de debatten rondom de 'literaire canon' centraal die in Nederland sinds het begin van de negentiende eeuw tot en met de canoncommissie-Van Oostrom zijn gevoerd. Die discussies zijn vaak bijzonder verhit. De canon wordt namelijk steeds weer gebruikt om te reflecteren op de vraag wie 'wij' zijn, wat onze gemeenschappelijke kenmerken zijn of waarom het juist zo ontbreekt aan gemeenschappelijke kenmerken. Ook de rol die het onderwijs hierin zou moeten spelen, is een steeds terugkerend punt. Doel van dit boek is het ontwarren van deze kluwen van sentimenten en argumenten. Welke stelling wordt door wie, wanneer en waarom betrokken? Waarom wordt de canon soms als een knellend keurslijf gezien, en dan weer juist als een zeer bruikbaar instrument van culturele zelfdefiniëring?
Inhoud Handboek: LIZET DUYVENDAK/SASKIA PIETERSE, De canon: begrippenkader en uitgangspunten JOEP LEERSSEN/SASKIA PIETERSE, 1800-1848: de nationaliteit van Reynaert de Vos SASKIA PIETERSE, De Tachtigers ERICA VAN BOVEN, 'Laat óns het geestelijk leven': de elite en publieksliteratuur in het Interbellum SANDER BAX, De canon onder vuur. Discussies over de canon ten tijde van het postmodernisme GASTON FRANSSEN, Van spiegels en vensters: de retorica van de canon. Inhoud Tekstboek: teksten en tekstfragmenten die een belangrijke rol hebben gespeeld in het debat over de literaire canon.