Samenvatting
William Shakespeare schreef 126 sonnetten voor een mooie (blonde) jongeman, ook wel aangeduid als de vriend, en 26 sonnetten voor een ‘donkere dame’, ook vaak de minnares genoemd. Deze gedichten behoren tot de meest persoonlijke teksten van Shakespeare. Ze gaan over de liefde en alles wat daarbij hoort. Over de vroege verbijstering van verliefdheid, de bewondering voor het mooie uiterlijk van de geliefde, het gevoel dat die ander alles voor je is, het gemis bij tijdelijke afwezigheid. Het gaat over lust en seksuele concurrentie, schuldgevoelens over de toen verboden homoseksualiteit, over terechte of onterechte jaloezie, wispelturigheid, de verbittering over het bedrog van overspel, het leeftijdsverschil en het ouder worden, verdriet bij het idee van dood en verlies. De sonnetten behoren tot de mooiste liefdespoëzie. Ze weten ons na al die jaren (de oudst bekende publicatie is van 1609) nog steeds te raken. Deze vrije vertaling laat de strenge sonnetvorm met rijmschema en metrum deels los en probeert zo eenvoudig mogelijk de bedoeling van de tekst in hedendaags Nederlands (maar wel in poëzie) weer te geven en zo toegankelijk mogelijk te maken voor iedereen.