Samenvatting
Vanaf ca. 1580 groeide in de Republiek de belangstelling voor het buitenleven. Adel en patriciaat kochten stukken grond buiten de stadssingels om deze in te richten als speeltuin of – als men over ruimere financiële middelen beschikte – als buitenplaats. De omgeving van Leiden leende zich uitstekend voor het stichten van buitenplaatsen. Vooral in de Gouden Eeuw, toen Leiden een welvarende en grote stad was, verrezen in de duin- en bosgebieden talrijke buitenplaatsen. Henk Rijken onderzocht hoe de tuinen bij deze buitenplaatsen waren aangelegd. Van ruim zeventig buitenplaatsen, waarvan de grond nu binnen de gemeentegrenzen van o.a. Katwijk, Wassenaar, Voorschoten, Warmond en Zoeterwoude valt, beschrijft hij de tuinarchitectuur. Ook de de bouw- en bewoningsgeschiedenis van de buitenhuizen zelf wordt daarbij behandeld. Deze uitgebreide en rijk geïllustreerde studie is niet alleen in regionaal-historisch opzicht van belang; door het grote aantal tuinen dat wordt beschreven levert Rijken ook een bijdrage aan de geschiedschrijving van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur. Rijken promoveerde op dit onderwerp aan de Universiteit van Leiden. Voor deze uitgave is de tekst van het proefschrift bewerkt en zijn talloze nieuwe foto’s gemaakt.