Samenvatting
Willem Cornelis Mulder is 23 jaar oud als hij zich in 1873 vestigt als zelfstandig architect. Deze zoon van een Leidse aanemer, in de avonduren geschoold bij Mathesis Scientiarum Genitrix, heeft slechts enkele jaren werkervaring, maar is gedreven, maatschappelijk betrokken en beschikt over een tomeloze energie. In korte tijd heeft hij een goed gevulde opdrachtenportefeuille. Mulder ziet waar de kansen liggen in het zich razendsnel ontwikkelende Leiden. Als een spin in het maatschappelijk web van de stad – hij zit in vele besturen, geeft onderwijs, is lid van diverse verenigingen – en niet gespeend van zakelijk inzicht, weet hij opdrachtgevers uit alle lagen van de bevolking aan zich te binden: hij bouwt voor arbeiders, middenstanders, industriëlen, hoogleraren, notabelen en adel en wordt architect-adviseur van de Nederlands Hervormde Gemeente. Hij is de ‘huisarchitect’ van diverse grote Leidse industriële ondernemingen en wordt verantwoordelijk voor de omvangrijke restauraties van de Pieterskerk en de Hooglandse kerk. Mulders stijl is eclectisch. Op stilistisch gebied is hij geen vernieuwer, maar op constructief gebied wel: bouwen in gewapend beton, grote ruimtes overspannen, het is in die periode nog pionierswerk, maar Mulder durft het aan. Zijn bekendste en meest persoonlijke werk is het Volkshuis aan de Apothekersdijk, een gebouw dat symbool staat voor de idealen uit die tijd. In het hedendaagse Leiden staan nog veel gebouwen van Mulders hand; binnen de singels is het moeilijk om honderd meter verwijderd te blijven van een plek waar hij iets heeft gebouwd of verbouwd. Dit boek presenteert voor het eerst een oeuvrelijst van deze Leidse architect, geïllustreerd met uniek fotomateriaal.