Samenvatting
Als kinderen leren fietsen, zullen ze in het begin wankelen. We moedigen ze dan aan om door te gaan, want we weten dat ze dit wankelen nodig hebben om te leren fietsen. Maar wanneer kinderen wankelen tijdens andere activiteiten, schieten we ze vaak meteen te hulp. Daarmee onderbreken we onbedoeld het leerproces. Dit boek laat zien hoe je jonge kinderen kunt leren om te leren. ‘Wankelen’ (ofwel: het even niet weten, een cognitief conflict ervaren) is daarbij een essentieel onderdeel. Je kunt kinderen diep laten leren als je ze door een Leeruitdaging begeleidt.
De Leeruitdaging bestaat uit 4 fasen: 1. Concept – Je praat met kinderen over een begrip of concept, bijvoorbeeld: ‘Wat is rommel?’ 2. Cognitief conflict – Kinderen hebben meerdere ideeën over het concept die met elkaar in tegenspraak lijken. 3. Betekenisgeving — Kinderen klimmen uit de Leerkuil, eventueel met wat hulp. 4. Reflectie – Kinderen denken na over wat ze hebben geleerd. De Leerkuil vormt de kern van de Leeruitdaging. Wanneer kinderen een oplossing bedenken voor een cognitief conflict, zeggen we dat ze ‘in de Leerkuil’ zitten. Deze metafoor werkt goed. Kinderen bevinden zich buiten hun comfortzone; het is een ongemakkelijke situatie. Als kinderen ondervinden dat dit onderdeel is van het leerproces, zullen ze eerder een growth mindset ontwikkelen. De uitgewerkte activiteiten en materialen in dit boek helpen je (als leraar of pedagogisch medewerker) om kinderen van 3 tot 7 jaar door de Leeruitdaging te begeleiden. Zo laat je kinderen nadenken en praten over hoe ze leren.