Fragment
Het menselijk bewustzijn is, wanneer men naar de materiële inhoud kijkt, in drie faculteiten te onderscheiden. Deze zijn elk naar hun innerlijke essentie zelfstandig en hebben met de andere niets gemeen. Iedere faculteit heeft zijn eigen bijzondere materiële denkprincipe, welke de energie voortbrengt voor een geheel eigen sfeer van denken en denkverbindingen.
De eerste is die van het praktische verstand. Dit bevat de gehele werkelijkheid van onze wereld der dingen (als object van dit denken), de relatieve werkelijkheid. Het relatieve denken vindt geen materieel principe in zichzelf, maar ontleent dit aan de andere twee faculteiten. De vormen waarin dit denken zich uit zijn: voelen, weten en willen. De tweede faculteit noem ik Geest: zij is het denken van de waarheid van ons wezen, de absolute werkelijkheid. De waarachtige materiële inhoud van ons denken wordt hier onmiddellijk begrepen. Zij uit zich in kunst, filosofie en liefde.
De derde faculteit noem ik analogon; zij is dat fictieve of bijgelovige denken. De vormen waarin zij zich uit zijn religie, metafysica en moraal.
×