Samenvatting
In De langste mars brengt Johan Sanctorum zijn persoonlijke visie op de ’68-revolte die dit jaar een halve eeuw oud is. Hij neemt ons mee naar Leuven Vlaams en de woelige meidagen van Parijs in dat jaar, het iconische centrum van de beweging: wat bezielde de jongeren van toen en waar stonden ze echt voor? Een cocktail van hormonen, tedere anarchie, maoïstische rethoriek, authentieke sociale bewogenheid en, nu ja, ook wel een dosis verveling van de middenklassejeugd op het einde van de golden sixties, leidde tot een sterk statement rond vrijheid en ontvoogding. Maar naarmate de Lange Mars door de Instellingen zich voltrok en de 68’ers de macht overnamen, vestigden ze ook een fluwelen dictatuur in woorden en ideeën. Vandaag noemen we dit ‘politieke correctheid’ of pococratie. Eén voor één fileert Sanctorum de domeinen waarin het politiek correcte denken zich nestelde: media, onderwijs, kunst en cultuur, milieu. Met eruditie, verbeelding en zelf behept met bijzonder weinig politieke correctheid deconstrueert hij de bovenbouw die de 68’ers in een halve eeuw hebben opgetrok-ken, om hun impact op de samenleving te consolideren. Een revolte tegen deze dictatuur is onvermijdelijk.