Samenvatting
In 1990 fietste Paul Demets met zijn broer naar zee. In Diksmuide knepen ze de remmen dicht en bezochten ze een tentoonstelling van de Oostendse kunstenaar LEON SPILLIAERT (1881–1946). Voor het eerst zag Demets andere facetten van Spilliaerts werk dan zijn marines en taferelen op de desolate zeedijk. Later werd Demets vooral getroffen door de zelfportretten. Spilliaert probeerde er zijn angsten door te bezweren. Dat was wat Demets ook deed, maar dan in taal, toen de gezondheidssituatie van zijn oudste dochter bij haar geboorte in 1995 levensbedreigend bleek te zijn. Spilliaert bood Demets een spiegel waarin hij zijn persoonlijk universum en bepaalde maatschappelijke gebeurtenissen uit die periode optekende. Dat werd De landsheer van de Lethe. Het manuscript werd in 1997 bekroond met de Lode Baekelmansprijs van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde (kantl), maar werd niet gepubliceerd. Nu het 75 jaar geleden is dat Spilliaert overleed, ziet de bundel alsnog het licht. PAUL DEMETS is dichter, lector aan de School of Arts (kask) in Gent, onderwijsdidacticus aan de UGent en poëzierecensent voor onder andere De Standaard. Van 2016 tot en met 2019 was hij Plattelandsdichter van de Provincie-Oost-Vlaanderen. In 2018 publiceerde hij De klaverknoop. De bundel werd bekroond met de Jan Campertprijs. In 2020 verschenen de bundels De aangelanden en De hazenklager, die op de shortlist van de Grote Poëzieprijs stond. Eerder dit jaar publiceerde hij de Raveel-bundel Het web van omtrek.