Samenvatting
Mireille Cottenjé en Elisabeth Marain. Twee schrijfsters, twee vriendinnen. Om te vieren dat Mireille van haar kanker is genezen, besluiten ze een maand te gaan rondtrekken in het Cuba van Fidel Castro. Ze willen het land en de mensen leren kennen zonder de toerist uit te hangen en ze logeren waar mogelijk bij Cubanen thuis. Ze zijn op reis om te ervaren, om iets te leren kennen wat je in artikelen of boeken nooit vindt. Ze twijfelen niet aan het menselijke gelaat van Castro's communisme, in de nadagen van de iconische revolutie. Maar al gauw merken ze de keerzijde op van een regime dat zijn dynamiek is verloren. Ze kijken in de spiegel van hun eigen geschiedenis en onvermijdelijk ook in die van het Westen. En gaandeweg groeit het besef dat Mireilles ziekte er nog altijd is en met hen meereist. Waarom wil zij niet vervroegd naar huis? En waarom legt Elisabeth zich daar zo gemakkelijk bij neer? De jarenlange vriendschap tussen beide vrouwen wordt tijdens hun verblijf op het Caraïbische eiland zwaar op de proef gesteld. Tijdens de laatste dagen voor hun terugreis blijft er uiteindelijk nog maar een dwingende vraag over: zal Mireille nog wel levend thuiskomen?