Samenvatting
Gelooft het christendom nog in zichzelf? Of is het zo met de wereld verweven geraakt dat het zicht op zijn wezen zoek is? In dit op pamfletachtige toon geschreven essay neemt Robert Lemm de verlichting onder schot. In het radicale vooruitgangsdenken ziet hij de verrijzenis van een Toren van Babel, een utopie van mondiale proporties met de rechten van de mens als pièce de résistance. Hoe is de waardigheid van de mens te rijmen met het leerstuk van de erfzonde? En waar blijft de bovennatuurlijke eeuwigheid en de onsterfelijkheid van de ziel? Of gaat het daar in dit moderne christendom niet meer om?Aan de hand van filosofen en cruciale gebeurtenissen die in de afgelopen 400 jaar ons wereldbeeld hebben opgebouwd, traceert Robert Lemm de tergende kruisgang van het christendom. Op de scheiding van Geloof en Rede volgde de scheiding van kerk en staat. Vrijdenkerij en secularisering zouden een nieuwe mens scheppen, die sedert de revolutie van 1789 zoveel slachtoffers maakte, maar het paradijs beloofde. Om (maar) te overleven deed een steeds marginalere kerk steeds meer consessies aan de tijdgeest. Robert Lemm, stellig een van de meest opvallende polemisten van het moment, heeft op de rand van een nieuw millennium een aangrijpend betoog neergezet in een meeslepende stijl. Sedert de val van de legendarische muur in 1989 lijkt dit de beslissende diagnose van het christen-zijn. Robert Lemm, als vertaler met de hoogste prijs onderscheiden, publiceerde opzienbarende boeken over Spanje en de Inquisitie en biografieën van Borges en van Unamuno.