Fragment
EET SLAAP LOOP EET SLAAP LOOP
20 augustus 2019 – Leinstrand, Noorwegen
Eet, slaap, loop, is op onze pelgrimstocht een repeterend ritme. Vandaag alweer voor de dertigste keer sinds ons vertrek uit Oslo. In het kerkelijk centrum van Skaun werden we vanmorgen gewekt door vrolijke kindergeluiden van de aangrenzende kinderopvang, met af en toe een verstorend gekrijs van een dreumes die pappie of mammie niet wil loslaten. Begrijpelijk, het is vandaag de tweede dag na de zomervakantie hier in Noorwegen. Na ons vertrek, niet al te vroeg vanwege het feit dat onze veerman aan het eind van de wandeling pas na drie uur vaart, gaat de wandeling alweer flink omhoog. We komen langs de oude fundamenten van Husaby, een historisch dorp uit de tijd van koning Olav, waar Einar Thambarskelfir, een voortreffelijk boogschutter en invloedrijk tijdgenoot van Olav, zijn boerderij had gehad. We zien er een monument dat naar Einar verwijst. Johanna kent Husaby ook als fictieve plaats van handeling uit de verhalen over Kristin Lavransdatter, de romanfiguur uit de boeken van Sigrid Unsted.
We stijgen door en na anderhalf uur passeren we een ronde houten schuur met een bank in de zon. Daar verorberen we de gisteravond bij de Coöp gekochte tros druiven. Omdat de deur van de schuur alleen met een haakje is gesloten, kijken we even binnen. Er staan banken in een cirkel om een potkachel en aan de wand hangt een berenvel. Op een krukje staat een omgekeerde jerrycan vol water met een kraantje. Duidelijk een overnachtingsgelegenheid voor pelgrims! Nieuwsgierig als we zijn lezen we in het aanwezige gastenboek, waar pelgrims een groet, een persoonlijk woord, of alleen maar hun naam hebben geschreven. Ook wij schrijven er wat in, een bedankje voor dit mooie plekje in de zon. We worden getroffen door een relaas van een Spaanse pelgrim met de intrigerende naam Xenxo. Hij schrijft dat hij nietsvermoedend hier was neergestreken om als pelgrim de nacht door te brengen, en dat dit de beste beslissing uit zijn leven was geweest.
In die nacht was hij gaan nadenken over zijn leven en tot bijzondere inzichten gekomen die hem hebben geholpen de koers voor zijn leven te bepalen. Hij voegde er aan toe dat hij op moeilijke momenten in zijn leven steeds in gedachten naar deze plek zou teruggaan, naar dit hutje boven op een heuvel, een kleine 40 kilometer voor Trondheim.
Dit te mogen lezen, tekent de essentie van het pelgrimeren. Je leeft als het ware in twee werelden, de fysieke wereld van eten, slapen en lopen, maar ook in een wereld in je hoofd en hart, waar je in de ontspanning van zo’n tocht ervaringen opdoet, inzichten krijgt, inspiratie ontvangt die je meeneemt in je rugzak op je verdere pelgrimstocht, naar je einddoel Trondheim, maar ook in je verdere leven. Johanna en ik lopen verder en zeggen tegen elkaar dat deze pelgrimstocht erg relaxed verloopt in vergelijking met de tocht vorig jaar van Canterbury naar Rome. De inspanning en de vermoeidheid, en ook de spanning of we het eindpunt wel zouden halen, waren toen groter. Maar ook hebben we vorig jaar lessen geleerd waar we op het Olavspad profijt van hebben getrokken. De zin ‘Wat je thuis laat is meegenomen!’ slaat, zo hebben we ervaren, niet alleen op de spullen die we thuis lieten, maar ook op de geestelijke belasting die we nu beter achter ons konden laten. Zo lopen we verend op de zachte ondergrond over de moerassige top van de heuvel, alsof we maar de helft van de kilo’s hoeven te verplaatsen!
Nog even over die pelgrims die, vermoedelijk gratis, in deze schuur hebben overnacht. We hebben onderweg vele soorten pelgrims ontmoet. Er zijn erbij die zich, zoals wij, vooral concentreren op de fysieke prestaties die onderweg worden geleverd, soms zwaar, soms minder zwaar. Eenmaal op een overnachtingsplaats vinden wij een beetje luxe best de moeite waard, en voorzien we ons zo mogelijk goed van eten en drinken, en grijpen we ook kansen aan als een bezoek aan de theatervoorstelling van Peer Gynt. Maar er zijn ook low budget pelgrims. Die eten alleen uit de supermarkten onderweg en koken steeds hun eigen maaltijden, meestal van gedroogd voedsel. Soms ook kamperen ze in een tentje, ‘s nachts een paar graden boven nul, in regen en wind. Wij hebben daar bewondering voor, maar kiezen ervoor toch te genieten waar het kan. Pelgrimeren is voor ons niet hetzelfde als ontberen. Helaas hebben we onderweg ook uitwassen gezien van low budget pelgrimeren. Dan bedoel ik niet zozeer het bij vertrek achterlaten van pannen of borden met etensresten. Bij onbemande hutten wordt altijd in goed vertrouwen een bijdrage gevraagd die je dan in een box met gleuf kunt deponeren. Het overkwam mij een keer dat ik nagebeld werd door de eigenaar van een onbemand pelgrimshuis, die de betaling had gemist van twee van de vijf pelgrims die bij hem hadden overnacht. Of wij dat waren geweest, vroeg hij…
Na uren lopen door een bos staan we opeens op een asfaltweggetje en kijken we van grote hoogte op het fjord. Trondheim zelf kunnen we nog niet zien, maar wel het plaatsje Buvik. We dalen af en lopen verder langs de kust. Als we bij een camping waren, zo had onze gastvrouw van vanavond gezegd, dan moesten we bellen, dan zou haar man het fjord over komen roeien om ons op te pikken. We zouden overnachten in Sundet Gard, een sfeervol pelgrimshuis vlak aan het water. Het was prachtig zonnig weer en we genoten van het uitzicht over het fjord met gouden korenvelden aan de overkant. Toen we bij de camping waren en we de veerman belden, begon de lucht te betrekken. In de verte, boven het fjord, hoorden we gerommel en zagen we het donker worden.
Na een half uur lopen bereikten we het punt waar we opgepikt zouden worden, daar waar het fjord op z’n smalst is. Daar kwam de veerman aan, niet in een roeiboot, maar in een speedboot. “Helaas is de roeiboot in reparatie, maar stap maar gauw in!”, begroette veerman John ons.
Op datzelfde moment begon het met dikke druppels te regenen.
Nog nooit zo blij geweest dat een boottochtje maar zo kort duurde!
×