niet beschikbaar
Opeens spitste Bello de oren en hij liet een zacht gebrom horen. Jeu keek eens om en zei tegen Peter:
,,Wat zou er nu aan de hand zijn?...... Luister, daar komt iemand aan”.
Ze konden duidelijk het breken van takken horen.
Plotseling brak er boven op de berm een man door de struiken. Deze liet zich op de gladde helling naar beneden glijden, vloog over de weg, sprong aan de andere kant naar beneden en verdween in het struikgewas.
Een beetje geschrokken stonden Jeu en Peter nog naar de plek, waar die man verdwenen was, te kijken, toen er boven op de rand enige dienaren van den Schout van Amstenrade verschenen, die haastig naar beneden sprongen. De aanvoerder herkende de tinnegieter en riep:
,,Jeu, gauw, help ons, die gauwdief mag niet ontsnappen!
,,Dat doen we, Wiel!”
Peter wiep zijn bundeltje in de kar en samen met de politiemannen zetten zij de vluchteling achterna.
Bello, die ook van de partij wilde zijn, tuimelde met kar en al hals over kop naar beneden, waardoor de kettingen losraakten. In een ommezien had hij zich uit het tuig losgewerkt en hij verdween blaffend in de struiken. Al gauw had hij zijn meester bereikt en deze hitste hem op:
,,Pak, Bello!”
Als een pijl vloog de hond vooruit en enkele minuten later had hij de hijgende man ingehaald. De hond sprong omhoog en greep een mouw van de jas, die hij met een ruk aan flarden scheurde.