Samenvatting
'Anna was bij onze eerste ontmoeting even in de zeventig. Ze had een hond, net als ik, en we raakten aan de praat in het dorp. Ze stelde zich voor, wees vaagjes in de richting van het huis waar ze sinds een paar weken woonde, en vertelde me toen dat ze als jonge vrouw een paar uur had gevochten met een engel.’ Na de plotselinge dood van Anna gaat Kollaards verteller op zoek naar de kleuren die hij dankzij haar heeft leren zien. Van Jakobs gevecht met de engel naar de woede waarmee we de wereld nu bezien, van de schilder Willem de Kooning naar de Zweedse bosbouw, van Joe Biden naar Alex de Galliër – hoe divers de onderwerpen ook zijn, steeds weer keert hij terug naar wat Anna tekende: kleur. De kleuren van Anna is een roman over onze verbeelding, over het vermogen om overal verhalen in te vinden, en over het belang daarvan.