Samenvatting
Terwijl zijn debuutroman in vertaling de wereld verovert – in vijftien landen is Bonita Avenue bejubeld – werkt Peter Buwalda in alle rust aan zijn tweede roman. Maar niet op donderdag, dan schrijft hij zijn column voor de Volkskrant. De kortebaan neemt hij net zo serieus als de roman: het is ‘draaien, keren, zagen, vijlen, vloeken en raspen’. Veelal zijn het hilarische, ultrakorte verhalen. Soms breekt hij een lans. Of een BN’er. In deze vierde bundel herdenkt hij Chuck Berry nog voor deze dood is, vergelijkt hij een Nederlandse populist met de late Gregor Samsa, en klapt hij uit de school over het gevoel voor humor van koning Willem-Alexander. Terug van weggeweest zijn Arendsoog en Witte Veder, die vat proberen te krijgen op een wereld gedomineerd door Donald Trump en Islamitische Staat. Met immer lenige pen vervlecht Buwalda zijn persoonlijke herinneringen met rariteiten die ons dagelijks kwellen.
Je hebt roadmovies, je hebt roadnovels, maar wat weinigen weten is dat je ook roadcolumns hebt. Sterker, dit is er een.