Samenvatting
Noord-Spanje, het begin van de 17e eeuw. Iedereen kan vanwege 'hekserij' zomaar in handen te vallen van de Spaanse Inquisitie. Een jaloerse buurvrouw, een ontevreden klant, doodgewone pesterij: alles kan reden zijn om iemand aan te geven. En de Inquisitie neemt het niet zo nauw; die gelooft de aangever maar al te graag, want de kerk moet groot en machtig blijven en angst helpt om het volk in het gareel te houden. Ook Maite Sansín, een meisje van 17, valt in handen van de Spaanse Inquisitie. Met een paar lotgenoten belandt ze in de cel en in afwachting van haar proces (dat niets voorstelt: alle heksen liegen immers, dus van onschuld bewijzen kan geen sprake zijn) wordt ze door de Inquisitie tewerkgesteld. Zelfs een 'verhoor onder druk' (marteling) blijft haar niet bespaard. Maar binnen de Inquisitie rommelt het. Er is een nieuwe inquisiteur, Don Alonso de Salazar Frías, met radicaal andere ideeën. Wat gebeurt er als zijn weg die van Maite kruist? Deze spannende (YA) roman berust op feiten: Salazar heeft echt bestaan en zijn invloed was enorm.