Samenvatting
Ja, het is zoals je al dacht: Michel heeft met ons gesproken, beste broer. Ziehier het verhaal dat hij ons vertelde. Je hebt erom gevraagd; en ik heb het je beloofd; maar nu ik op het punt sta het te sturen, aarzel ik nog, en hoe vaker ik het herlees hoe afschuwelijker ik het vind. Ach, hoe zul je denken over onze vriend? Hoe denk ik trouwens zelf over hem? Moeten wij hem eenvoudig verwerpen, door te ontkennen dat men eigenschappen die blijkbaar zo wreed zijn ten goede kan wenden? – Ik vrees alleen dat er tegenwoordig meer dan één mens zal zijn die de moed zal hebben zichzelf te herkennen in dit verhaal. Zal men zoveel intelligentie en kracht in goede banen weten te leiden – of moet men aan dit alles het bestaansrecht ontzeggen?