Samenvatting
Dit boek biedt een uitvoerig en systematisch inzicht in alle verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift die buiten de wettelijke huwelijksgemeenschap kunnen vallen, de gronden daarvoor, en tal van discussiepunten die daarbij kunnen ontstaan. In De huwelijksgemeenschap en verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift wordt ook uitvoerig stilgestaan bij de regels van zaaksvervanging, en is bijzondere aandacht voor het effect van het girale betalingsverkeer op de omvang van de huwelijksgemeenschap. Beschrijving In De huwelijksgemeenschap en verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift krijgt de algehele wettelijke gemeenschap van goederen evenveel aandacht als de beperkte wettelijke gemeenschap van goederen. Dat vindt zijn oorzaak in het bij de Wet beperking gemeenschap van goederen behorende overgangsrecht. Op grond van artikel IV lid 1 (overgangsbepaling vierde tranche, Stb. 2017/177) geldt de Wet beperking gemeenschap van goederen slechts voor gemeenschappen die ná 1 januari 2018 zijn ontstaan. Gemeenschappen die daarvóór zijn ontstaan, worden beheerst door het regime van de ‘oude’ algehele wettelijke gemeenschap van goederen. Dit betekent dat beide gemeenschappen nog lang naast elkaar zullen bestaan. Dat rechtvaardigt dat in dit boek ook uitvoerig aandacht wordt besteed aan de algehele wettelijke gemeenschap van goederen en verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift. In dat verband is er onder meer aandacht voor de vraag wat het eigenlijk betekent wanneer een krachtens erfrechtelijke titel of gift verkregen goed in de huwelijksgemeenschap valt, en wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de uitsluitingsclausule. Dit boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een alternatieve opvatting over eigendom en de goederenrechtelijke structuur van de breukdelengemeenschap uitgewerkt. Die alternatieve opvatting dient als voorstel om een aantal leerstukken uit het tweede deel systematisch beter op te kunnen lossen. Men hoeft geen kennis te nemen van het eerste deel, om het tweede deel te kunnen lezen. In het tweede deel komen tal van situaties en leerstukken aan de orde, met telkens als hoofdvraag: wat is de omvang van de huwelijksgemeenschap waarin de erfgenaam of begiftigde is gehuwd? Daarbij wordt niet alleen uitgewerkt welke erfrechtelijke verkrijgingen en verkrijgingen krachtens gift precies van de huwelijksgemeenschap zijn uitgezonderd, maar is onder meer ook aandacht voor de gemeenschappelijke nalatenschap en het effect van de verdeling en uitbreiding, de fideï- commissaire erfstelling, en het girale betalingsverkeer in verhouding tot verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift. Ook de regels van zaaksvervanging krijgen in het tweede deel uitvoerig aandacht. Voor advocaten en notarissen Dit boek is bedoeld voor iedere professional die zich geconfronteerd ziet met vragen over de omvang van de wettelijke huwelijksgemeenschap in verhouding tot verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift, zowel voor wat betreft de beperkte wettelijke gemeenschap van goederen, als voor de algehele wettelijke huwelijksgemeenschap. Gedacht kan worden aan advocaten, notarissen, rechters en wetenschapsjuristen. De huwelijksgemeenschap en verkrijgingen • Bevat de algehele en beperkte wettelijke gemeenschap van goederen • Werking van de uitsluitingsclausule • Uitwerking alternatieve opvatting over eigendom en de goederenrechtelijke structuur van de breukdelengemeenschap • Tal van situaties en leerstukken, met telkens als hoofdvraag: wat is de omvang van de huwelijksgemeenschap waarin de erfgenaam of begiftigde is gehuwd? • Aandacht voor regels van zaaksvervanging