Samenvatting
In 2025 vieren we het 750-jarig bestaan van Amsterdam. In die lange periode is de stad voortdurend uitgebreid en veranderd. De wederopbouw na de laatste grote stadsbrand van 1452 is waarschijnlijk het meest bepalend geweest voor hoe de binnenstad er tegenwoordig uitziet. De keuzes uit de Middeleeuwen vormen de basis van Amsterdams huidige gebouwde erfgoed. Maar anders dan over de zeventiende eeuw en later is er over het vroege Amsterdam veel minder bekend en onderzocht.
Gabri van Tussenbroek biedt voor het eerst een systematisch overzicht van de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in de Middeleeuwen vanuit een geïntegreerd historisch, bouwhistorisch en archeologisch perspectief. Van Tussenbroek beschrijft een overbevolkte stad waar duizenden Amsterdammers en immigranten een plekje zochten, waar elke vierkante meter felbegeerd was en waar het stadsbestuur voortdurend bezig was de orde te bewaren.
De houten eeuw van Amsterdam ontsluit zo’n zeventig jaar bouwhistorisch onderzoek in Amsterdam, uitgevoerd in het kader van sloop, verbouwingen, infrastructurele ingrepen en andere ruimtelijke ontwikkelingen. Het resultaat is een rijkgeïllustreerd standaardwerk voor iedereen die iets wil weten over het Amsterdam van voor de zeventiende eeuw.
Gabri van Tussenbroek was van 2005 tot 2022 stadsbouwhistoricus bij Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam en werkt nu als bouwhistoricus bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daarnaast is hij hoogleraar Stedelijke identiteit en monumenten, in het bijzonder van de Nederlandse bouwhistorie, aan de UvA. Hij schreef onder meer de boeken De toren van de Gouden Eeuw (shortlist Libris Geschiedenis Prijs 2018), Amsterdam en de Nachtwacht en IJzeren ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse industrie.