Fragment
`Dat moet je nooit doen, ´ zegt hij.
Het advies van een man die vreemdgaat. `Je moet wachten met seks. Vrouwen zijn geen mannen. ´
Hij kijkt me aan met een vastberaden blik.
`Ga nooit meteen met een man naar bed alvorens te weten wat zijn intenties zijn. ´ Maar hoe doe je dat, als je een man zo aantrekkelijk vindt dat het verlangen om hem aan te raken de overhand neemt. Dat je de ruimte die je voelt, tussen hem en jou, zo snel mogelijk wilt laten verdwijnen. Toe wilt geven aan het gevoel in je borst. Twee magneten, die niet anders kunnen dan zich willoos aan elkaar over te geven. Zoals de maan, die voor altijd om de aarde draait. Totaal aan elkaar overgeleverd. Zolang het duurt.
Ik herinner me dezelfde woorden van een andere man, een man zonder geweten, die het niet zo nauw neemt met de waarheid, maar hij het blijkbaar wel nodig vindt om dit tegen mij te zeggen. Hij staat naast me en wanneer hij dit zegt, kijkt hij me vluchtig aan. De man die zich voordoet als mijn minnaar, gedraagt zich alsof hij mij liefheeft, maar houdt er ondertussen diverse liefjes op na.
Een man die achteloos zijn ego streelt met de vele vrouwen die hij tot wanhoop drijft. Hen een illusie geeft, overspoelt met valse hoop, vrouwen laat dromen. Dromen die nooit uit zullen komen. Dat is nooit zijn plan geweest. Met zijn pokerface speelt hij het spel genadeloos, onstuimig en gedreven. Hij wil bezitten wat hij begeert. Hij wil vooral winnen.
`Mannen hoeven nooit te wachten, ´ antwoord ik.
En niemand die het een donder kan schelen wat een man doet of laat. Wat voor hem telt, is dat hij heeft gescoord, dat het hem is gelukt. Hij kan zichzelf weer op zijn borst kloppen. Zijn magneet functioneert prima.
Een man bedrijft de liefde met een vrouw om daarna slechts één van zijn veroveringen te zijn. Een kast vol trotse herinneringen aan wilde, sensuele nachten. Veroverde blinkende trofeeën. Afgevinkt.
Frappant dat de mannen die dit tegen een vrouw zeggen ook meestal de mannen zijn die er alles aan doen om een vrouw tot seks te verleiden. Gewaarschuwd door het gevaar zelve. De leeuw die brult, pas op, ik eet je op. Ren, nu je nog kunt! Je maakt geen schijn van kans om aan mij te ontsnappen. Hoe harder je rent, des te gemotiveerder ik ben.
Ze vuren de meest bekoorlijke beloftes op je af en beginnen over een toekomst waarin ze jou plaatsen.
-Zullen we samen- of -wil jij met mij- opmerkingen worden als zoete broodjes verkocht en met je hoofd in de wolken, geef je je moeiteloos aan hem over.
×