Samenvatting
In deze novelle beschrijft de auteur op hilarische wijze de sfeer van conflicten en intriges zoals die in de jaren zeventig van de vorige eeuw in de universitaire wereld bepaald niet onbekend was. Bezettinegen, acties van studenten, hun veelal geuitte wens om de wetenschap meer maatschappelijk relevant te beoefenen, hang naar het marxisme en de tweede feministische golf vormden de hoofdbestanddelen van het toenmalige handelen op academisch niveau. Vergaderingen, bezettingen, demonstraties en teach-ins bepaalden de orde van de dag; wetenschapsbeoefening dreigde naar het tweede plan te verhuizen. Meningsverschillen en conflicten bepaalden de verhoudingen tussen de wetenschappers onderling en tussen staf en studenten. Hier en daar leidde dit zelfs tot tot extremisme en terrorisme, waarvan de Baader-Meinhoffgroep en de Italiaanse cellen overduidelijk getuigden. Ofschoon de hier beschreven gebeurtenissen op fictie berusten, pretendeert de auteur niettemin dat zij de werkelijkheid van toen weerspiegelen. Een weerspiegeling kan natuurlijk altijd tot vertekening leiden, maar is zonder onderliggende realiteit onbestaanbaar. Wie lelijk is mag de spiegel nooit de schuld geven.