Samenvatting
Gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis werd de natuur als heilig beschouwd en geloofde men dat goden in de natuur alomtegenwoordig waren. Dat gold voor bijna alle culturen en religieuze tradities ter wereld. Toen de westerse mens in de zeventiende eeuw God en de natuur van elkaar scheidde, was dat méér dan een breuk met duizenden jaren van verworven wijsheid en ervaring: we zagen er de legitimatie in om onze omgeving te plunderen en onszelf boven de natuur te plaatsen.Karen Armstrong stelt dat het niet genoeg is om ons gedrag te veranderen als we de dreigende milieuramp willen afwenden: we moeten leren anders te denken en te voelen over onze natuurlijke omgeving. Ze is ervan overtuigd dat ons religieus erfgoed ons kan leren hoe we de spirituele band met de natuur kunnen herstellen.