Samenvatting
Tegen het einde van de negentiende eeuw koopt Charles Ephrussi, een schatrijke graanhandelaar en kunstliefhebber, een verzameling netsukes: traditionele Japanse figuren van ivoor of hout. De kostbare beeldjes worden een geliefd familiebezit. Wanneer veertig jaar later de nazi’s Wenen bezetten en de Joodse Ephrussi’s word afgevoerd, is ook het lot van de collectie onzeker. Dankzij een onverwachte wending en de moed van één vrouw vinden de beeldjes hun weg terug naar de familie.
In De haas met ogen van barnsteen vertelt Edmund de Waal het illustere verhaal van zijn familie en hun bijzondere bezit. Tegen de achtergrond van een tumultueuze eeuw volgt hij de reis van de netsukes langs de stamboom van zijn opmerkelijke familie: van het ontluikend imperium van de Ephrussi’s in het verre Odessa naar het fin de siècle in Parijs, en van bezet Wenen naar het naoorlogse Tokio.