Fragment
De barones van het kasteel
Een bijwoning van het kasteel van Rhoon werd een vast bezoekadres, omdat de
barones wat kleiner en intiemer was gaan wonen. Na binnenkomst, nog staande
in een statige hal, kreeg ik gelijk koffie aangeboden met de vraag hoe ik ze dronk
want zo zei de jongedame: 'Dan kunt u weggaan wanneer u wilt.’ Iets klopt hier
niet, dacht ik met de gegevens van de kaartenbak in mijn achterhoofd. Ik zie een
tamelijk jongedame in het zwart met een wit schortje… Het bleek de bediende
van mevrouw te zijn die binnen in haar zetel zat te wachten. In de zwaar
gestoffeerde huiskamer zonk ik neer in een fauteuil waar ik voorlopig niet meer
uit kon komen. Ik voelde mij net Swiebertje die ontboden werd. Het werd een
alleraardigst bezoek. De huisarts en andere notabelen van het dorp waren hier
vriend aan huis en ‘daar hoort de predikant ook bij’, zei zij. Ik was eigenlijk geen
echte predikant, maar een ‘halve dominee’ want… ‘U hebt toch minder
gestudeerd. Ik zal binnenkort zelf wel eens aanbellen bij de dominee’, kwam
daar nog achteraan.
De barones had besloten dat Carel ter Linden, de hofpredikant van de Koninklijke
familie, haar uitvaart moest doen, maar ik bleef
daar toch gewoon welkom en met een zekere regelmaat een bezoekje brengen.
Onze relatie werd steeds vertrouwelijker en zij was blij met ieder bezoek. We
zongen een psalm met elkaar en voor het bidden werd ook het personeel erbij
gehaald. Na verloop van tijd leerde ik alle bedienden kennen en wist iedereen
hoe ik mijn koffie dronk. Vanaf dat moment kreeg ik zelfs een tweede kopje
koffie aangeboden met altijd een bonbon erbij want het marsepeinen koekje
hoorde bij het eerste kopje. Daar kon je de klok op gelijk zetten. In de periode
vlak voor haar overlijden vertelde zij dat ik de uitvaart mocht verzorgen, een hele
overwinning in mijn ogen. Ik kreeg thuis een brief met de exacte beschrijving hoe
alles die dag zou verlopen. Welke ingehuurde ober van het nabij gelegen kasteel
welke taak had en in welke van de acht volgauto’s voor mij een plaats was
gereserveerd. Haar bedienden werden die dag vrijgehouden van taken en waren
eveneens genodigden.
De uitvaart verliep prachtig in stijl en ik had een mooie preek voorbereid. De dag
werd afgesloten met een diner in het kasteel waar ik in mijn zwarte pak niet
opviel tussen de andere genodigden. Ik mocht de maaltijd zelfs beginnen met
gebed. Ik schreef zojuist hierboven: daar kon je de klok op gelijk zetten… maar
op het moment van haar overlijden werd dat anders. Alle klokken in huis
stonden vanaf dat moment namelijk stil, zo was de wens van de barones. En wat
zij wilde gebeurde. Onze Schepper zou daar gelijk een tekst bij paraat hebben:
‘Het hart staat stil als God dat wil.’
×