Samenvatting
DE GROTE VLAAMSE STRIPROMAN, bestaat die wel? Met de opkomst van de graphic novel is het overduidelijk dat strips niet langer strips zijn. Of men stripromans nu hooguit opgeklopte stripverhalen vindt of de graphic novel beschouwt als een (nieuw) medium, de expansieve groei van dergelijke beeldboeken inzake volume, formaat, teneur (en soms zelfs bombast) is onmiskenbaar. Maar wat vereist precies zo’n Grote Vlaamse Striproman? Is het een vette pil of net niet? Waarover handelt hij dan, wat moet erin, welke vorm en stijl mag hij krijgen? Of bestaat dat stripboek gewoonweg al? Curatoren SÉBASTIEN CONARD en PATRICK BASSANT legden deze kwesties voor aan enkele kenners én tonen de punctuele, beeldende bijdragen van hedendaagse graphic novelists uit Vlaanderen, Nederland en Franstalig België. Het accent ligt op een aantal jonge, opkomende beeldvertellers, waarmee de hedendaagse verjonging én vervrouwelijking van het beeldverhaal is ingeluid. Met bijdragen van EPHAMERON, MARTHA VERSCHAFFEL, SERGE BAEKEN, SHAMISA DEBROEY, OLIVIER DEPREZ, MÉLANIE CORRE, DOMINIQUE GOBLET, GUIDO VAN DRIEL en vele anderen. Essays van BENOÎT CRUCIFIX, KURT SNOEKX, CHARLOTTE PYLYSER, PETER MOERENHOUT, JAN BAETENS, RIK SPANJERS en ERIN LA COUR. Buiten deze FOCUS leest u nieuwe gedichten van ELMA VAN HAREN, ANNEKE BRASSINGA, LUCAS HÜSGEN, ANNE LOUÏSE VAN DEN DOOL en MAX TEMMERMAN. En proza en essay van onder meer BART MEULEMAN, MELANI REUMERS en MONA THIJS.