Samenvatting
Bij alle veranderingen van de moderne psychiatrie is in elk geval één aspect de laatste tweehonderd jaar niet veranderd: de heldere klinische presentatie van patiënten. Soms lijkt het alsof de huidige psychiater nog nauwelijks oog heeft voor het bijzondere symptoom, het detail dat een vingerwijzing biedt tot de diagnose en de oplossing van het probleem van de patiënt. Er gaat evenwel niets boven een scherpe, goed getrainde klinische blik. Hoe belangrijk de moderne classifi catie en de evidentie daarover ook mogen zijn, het vak begint met de kliniek. Bovendien is het veel meer dan een eenvoudige optelsom van een aantal verzamelde gegevens. De psychiater spreekt niet alleen tégen zijn patiënten, maar ook mét zijn patiënten. Daarom zijn voor het vak psychiatrie niet alleen technische kennis en kunde noodzakelijk, maar ook psychologisch inzicht en begrip voor de subjectieve beleving van de patiënt. Kijken, nadenken, proberen te begrijpen en vervolgens precies noteren. Dat alles begint met de kliniek van de psychiatrische patiënt. Illustere voorgangers in de psychiatrie waren zich dat niet alleen bewust, maar toonden het ook in hun klassiek geworden geschriften. Die kennis van de kliniek blijft voor de psychiater van vandaag onmisbaar. Aan veel van deze klassieke teksten wordt nog regelmatig gerefereerd. In deze bundel zijn 53 klassieke teksten bijeengebracht en in de oorspronkelijke taal toegankelijk gemaakt voor de psychiater van nu. De teksten, die meestal als eerste een bepaald ziektebeeld beschreven, blijken vaak verrassend herkenbaar en actueel te zijn. Ze zijn per ziektebeeld gerangschikt en ingeleid,en opnieuw opgemaakt in een uniforme typografie.