Samenvatting
In 1918 kwam de Zuiderzeewet tot stand, waarmee de start werd gegeven voor de drooglegging en de aanleg van de IJsselmeer polders. De polders brachten niet alleen nieuw land, er werd ook een geheel nieuw landschap gerealiseerd dat vandaag de dag tot volle wasdom is gekomen. Het water van de Zuiderzee heeft definitief plaatsgemaakt voor de groene horizon van de polder. Dit boek beschrijft de aanleg en ontwikkelingsgeschiedenis van het groene landschap van de Flevopolder: Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Het is een verhaal van steeds veranderende idealen, van een werkelijkheid die soms weerbarstiger was dan verwacht, een verhaal van maakbaarheid en onvoorspelbaarheid, van visie en aanpassingsvermogen. De realisatie van de Flevopolder was van belang voor heel Nederland. Daarom nam het Rijk het voortouw bij de inrichting van de polder. Vooral de schaal van het Zuiderzeeproject en de lange adem van de overheidsplanning die dit mogelijk maakte dwingen nog steeds bewondering af, tot ver buiten onze landsgrenzen.